De 24-jarige bankier was al een tijd futloos, had extreme dorst en moest vaak plassen. Maar op zijn werk hield hij zich sterk. Pas nadat hij een paar dagen achtereen heimelijk had overgegeven op kantoor, wist zijn vriendin hem ervan te overtuigen dat hij naar de spoedeisende hulp moest gaan. Daar bleek dat hij diabetes type-I had. En dat zijn situatie inmiddels levensbedreigend was.
Het is een bekend beeld: de man die weigert naar de dokter te gaan. Net als de man die het vertikt zich in te smeren met zonnebrandmiddel en de man die nooit fruit eet. Mannen leven gemiddeld een stuk ongezonder dan vrouwen, blijkt uit onderzoek. Ze verzorgen hun gebit slechter, eten vetter en roken én drinken meer.
In 2013 had 84 procent van de Nederlandse vrouwen ten minste één afspraak met de huisarts, tegenover 72 procent van de mannen. De vrouwen gingen ook vaker dan de mannen; gemiddeld 5,2 keer versus gemiddeld 3,4 keer per jaar.
En dan is er nog een belangrijk verschil tussen mannen en vrouwen, zegt James Mahalik, een Amerikaanse psycholoog gespecialiseerd in mannelijkheid en gezondheid: ‘Mannen zoeken later hulp dan vrouwen. En als ze dan eindelijk bij de dokter zijn, stellen ze weinig vragen.’
Hoe komt dat? vroeg Mahalik zich af. Hij ging op onderzoek uit bij verschillende groepen mannen. Hij dook in de wereld van loodgieters en timmerlieden en ontdekte dat ze elkaars mannelijkheid daar beoordeelden op volharding en taaiheid. Een doktersafspraak deed bij hen afbreuk aan de status van krachtige man.
Groepsdruk
Onder hoogopgeleide mannen met kantoorfuncties ontdekte Mahalik ook een duidelijke groepsnorm. Daar vormde de druk om een succesvol carrièreman te zijn en beter te presteren dan collega’s een obstakel. De mannen maakten niet graag werktijd vrij voor gezondheidsproblemen.
De boosdoener: masculiene gedragsnormen, volgens Mahalik. Ze verschillen per cultuur en context, maar er zijn altijd wel verwachtingen van hoe een man zich gedraagt. Zie het als een script, met rollen en regels, dat wordt overgebracht in de opvoeding, op school en in de media. Vaak gebeurt dat onbewust.
En volgens John Oliffe, hoogleraar in mannelijkheid en gezondheid aan de universiteit van British Columbia, luidt die impliciete boodschap in de westerse wereld als volgt: ‘Echte mannen huilen niet, mannen hebben geen hulp nodig en mannen horen al helemaal niet toe te geven dat ze zich zwak voelen.’
Daarmee wordt niet goed voor jezelf zorgen een manier om je kracht, zelfredzaamheid en taaiheid te laten zien. Mahalik: ‘Letten op wat je eet, voldoende bewegen en goed slapen zijn “vrouwelijke” activiteiten; het nemen van gezondheidsrisico’s, zoals niet naar de dokter gaan, roken en ongezond eten, is een manier om mannelijkheid te tonen.’
Een ander voorbeeld is het drinken van alcohol. Mahalik: ‘Als het masculiene ideaal is om sterk te zijn en tegen een stootje te kunnen, kan alcohol een manier zijn om daaraan te voldoen.’ Een man die de rest onder de tafel drinkt en gewoon naar huis kan rijden, wordt dan stoer gevonden.
Maar als het zo slecht voor ze is, waarom besluiten mannen dan om aan deze gedragsnormen te voldoen? ‘Veel mensen zien hun man-zijn of vrouw-zijn als onderdeel van hun identiteit,’ zegt Mahalik. ‘Het is menselijk dat je je aan bepaalde gedragsnormen aanpast om bij een groep te horen.’
Schaamte voelen
Wat gebeurt er als mannen niet aan die normen kunnen voldoen? De Portugese hoogleraar en pijndeskundige Sónia Bernardes ziet dat mannen die lijden aan chronische pijn – pijn die langer duurt dan drie maanden – zich vaak ontmannelijkt voelen. ‘Vaak komen dan emoties als schaamte om de hoek kijken. Want van mannen wordt juist verwacht dat ze stoïcijns met hun klachten omgaan.’
Ook een depressie kan voelen als een bedreiging van de mannelijke identiteit. Dat maakte hoogleraar Oliffe op uit gesprekken met bijna veertig depressieve mannen. ‘Het is gênant. Je voelt je schuldig en zwak,’ zei een 42-jarige leraar.
Oliffes conclusie: ‘Mannen proberen te voorkomen dat ze kwetsbaar lijken. Ik zie het aan de lopende band in de geestelijke gezondheidszorg. Depressieve mannen zoeken niet snel hulp, maar doen aan zelfmedicatie door alcohol en drugs te nemen.’
Het goede voorbeeld
Is er wat aan te doen? Volgens Oliffe moeten we daarvoor andere verhalen gaan vertellen over wat jongens en mannen doen, om de masculiene gedragsnormen te veranderen. Hij zet zich in om juist de positieve mannelijke idealen te benadrukken.
Want die bestaan ook, merkte psycholoog Mahalik. Na de loodgieters, timmermannen en kantoormedewerkers dook hij in de wereld van brandweermannen.
Daar ontdekte hij een gedragsnorm met een positief effect op de gezondheid: fysieke kracht en gezondheid was voor hen een voorwaarde om hun werk goed te kunnen doen. Doorlopen met een blessure was juist taboe. De rol van man als beschermer van het gezin kan volgens hem een soortgelijk positief effect hebben.
Deze positieve idealen gebruikt Oliffe nu voor zijn website voor mannen met een depressie, headsupguys.org (‘kop op, mannen’).
Het is een plek waar mannen hulp kunnen krijgen voor hun depressie op een manier die geen afbreuk doet aan hun mannelijkheid. Ze worden niet aangesproken als slachtoffer, maar als veerkrachtige individuen die het heft in eigen hand nemen.
Volgens Mahalik moet verandering beginnen bij de opvoeding; ouders zouden zich bewust moeten worden van het feit dat ze impliciete gendernormen overbrengen aan hun kinderen, zélfs als ze dat niet zo bedoelen. ‘Vaders kunnen het goede voorbeeld geven door regelmatig naar de huisarts te gaan, niet te roken en niet te veel te drinken,’ zegt hij.
Ook reclames die inspelen op ongezonde kanten van mannelijkheid, zoals het biermerk Jupiler – ‘Mannen weten waarom!’ – zouden moeten worden ingeperkt. Mahalik: ‘Reclamebedrijven hebben zo’n machtige stem. Zonder hun inzet is het knap lastig mannelijkheidsidealen te veranderen.’
Dan rest slechts nog de zoektocht naar een masculiene zonnemelk met een hoge factor.
Bronnen o.a.: CBS, Door de huisarts geregistreerde contacten, juni 2016 / J.R. Mahalik e.a., Why won’t he go to the doctor?, International Journal of Men’s Health, 2003 / J.L. Oliffe, You feel like you can’t live anymore, Social Science & Medicine, 2003 / E. Kuhlmann, E. Annandale, The Palgrave handbook of gender and healthcare, Palgrave Macmillan, 2010
Vijf gezonde dingen die mannen minder doen dan vrouwen:
- Vitaminepillen slikken
- Naar de tandarts gaan
- Voldoende slapen
- Groene groenten eten
- Elke dag ontbijten