In een klein kustplaatsje is een visser aan het werk. Een zakenman ziet hem en complimenteert hem met de kwaliteit van zijn vangst. ‘Hoelang duurt het voordat je zo veel hebt gevangen?’ vraagt hij.
‘Niet zo lang,’ antwoordt de visser.
‘Waarom ga je er dan niet langer op uit om nog meer vissen te vangen?’ vraagt de zakenman verbaasd.
Worden je psychologische basisbehoeften vervuld?
De visser antwoordt dat hij dat niet nodig vindt, hij heeft immers genoeg gevangen voor zijn hele familie.
‘Wat doe je dan met de rest van je tijd?’ wil de zakenman weten.
‘Spelen met mijn kinderen, daarna een uiltje knappen en ’s avonds breng ik tijd door met mijn vrienden,’ antwoordt de visser.
De zakenman zegt dat hij de visser kan helpen succesvoller te worden. Hij zou zo veel mogelijk vis moeten vangen, en de opbrengst gebruiken om zijn eigen bedrijf op te zetten, met zijn eigen vissersvloot. Dat bedrijf zou hij uiteindelijk met veel winst kunnen verkopen.
‘En dan?’ vraagt de visser.
‘Dan kun je met pensioen,’ antwoordt de zakenman, ‘en verhuizen naar een vissersplaatsje aan de kust waar je ’s ochtends vroeg de zee op kunt gaan om een beetje te vissen, waarna je met je kinderen kunt gaan