‘In een interview heb je gezegd dat je bij binnenkomst al aan nieuwe cliënten kunt zien of ze bij elkaar blijven,’ zegt Irene. ‘Nou? Dus?’
Training Houd me vast (voor jou en je partner)
- Leer elkaar écht zien en begrijpen
- Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
- Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
- Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
195,-
Ik en mijn grote mond. Om tijd te winnen vraag ik Irene en Reinier op de grote witte bank te gaan zitten. Reinier is een jaar of tien ouder dan zijn vrouw. Hij heeft een artistieke lok in zijn krulletjeshaar, waarschijnlijk om aan te geven dat hij een vrij beroep heeft. Irene heeft het haar in een paardenstaart. Ze draagt een nette broek die te ruim zit: werkkleding die ze onder protest draagt.
‘Je geeft geen antwoord?’ zegt ze.
‘Jawel. En welkom allebei.’ Reinier glimlacht samenzweerderig naar me; hij kent Irene al langer dan vandaag. ‘Mijn antwoord is dat jullie reacties op de intake vragenlijst weinig goeds beloven.’
Ik som op: ze kennen elkaar twee jaar en ze hebben een kind van een jaar oud, maar ze wonen al drie maanden apart. Ze hebben dagelijks ruzies die uitlopen op geschreeuw en slaan met deuren. De politie is tweemaal aan de deur gekomen om de boel te sussen. Eerdere relatietherapie heeft tot niets geleid.
Irene zucht. ‘Ja, zo is het. Maar ik wil door. Ook al is Reinier zomaar ineens vertrokken.’
‘Wat? Jij hebt mij het huis uit getrapt! Weet je nog?’
‘Oké, we hadden ruzie, maar ik dacht dat je meteen terug zou komen, zoals altijd.’ Irene rolt met haar ogen, om mij te laten zien hoe moeilijk deze man is.
‘Waar heb je het over? Je hebt een ander slot op de deur gezet!’
Ze gaan nog even door met wat psycholoog Sue Johnson de polka noemt: een macabere dans die moet uitmaken wie gelijk heeft. Bij de eerste de beste pauze zeg ik snel: ‘Dit gaan we hier dus niet doen.’
‘Wat niet?’ zegt Irene.
‘Het helpt jullie niet als ik alleen maar ga zitten luisteren naar dit soort ruzies. En ik krijg er pijn van in mijn hoofd.’
‘Anders ik wel,’ zegt Reinier. Irene zwijgt.
‘Wat willen jullie eigenlijk? Wil je gelijk hebben? Wil je hier elke week komen ruziemaken? Of wil je relatietherapie?’
Reinier antwoordt als eerste. Hij wil eerst beter communiceren en dan beslissen over hun relatie. ‘We hebben een zoon om voor te zorgen, dat is het allerbelangrijkst.’ Hij krijgt tranen in zijn ogen. Irene herhaalt stoïcijns dat ze door wil. ‘Ik wil een gezin. Maar dan moet hij wel nu zeggen dat hij bij me terugkomt.’
Een uur geleden verscheen Irene als eerste op de afspraak, tien minuten te vroeg. Bij binnenkomst zei ze: ‘Reinier komt natuurlijk weer later, ik ga wel naar de wachtkamer.’ Op dat moment wist ik het. Te vroeg komen om te laten zien dat de ander te laat is? En daarna onmogelijke eisen stellen?
‘Irene,’ zeg ik, ‘Reinier komt niet bij je terug.’
Ze kijkt naar hem. Hij zwijgt.