Wat zou je graag willen? Het is een simpele vraag en toch vinden veel mensen hem lastig te beantwoorden.

Bevrijd jezelf van oude pijn
Training

Bevrijd jezelf van oude pijn

  • Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
  • Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
  • Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
Bekijk de training
Nu maar
69,-

We leven in moeilijke tijden, schrijft de Belgische psycholoog Tine Swyngedouw in haar boek Focusing. Leven in verbinding met je innerlijk kompas: ‘Ik merk dat mensen soms het noorden kwijt zijn. Ze hebben moeite te weten wat ze van iets vinden en wat iets werkelijk voor hen betekent.’

Herken je dat, dan is Focusing – de methode die Swyngedouw bepleit – iets voor jou: een wetenschappelijk onderbouwde manier om de weg naar binnen te vinden, in een buitenwereld die steeds luidruchtiger wordt.

Focusing is een vaardigheid die iedereen kan leren, al doen sommige mensen het al vanzelf. De bedenker ervan, de Amerikaanse filosoof Eugene Gendlin, vroeg zich in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw af hoe het kwam dat therapie voor sommige mensen veel meer lijkt te doen dan voor anderen: wat is het verschil tussen die mensen?

Door jaren van onderzoek, in samenwerking met de eveneens Amerikaanse psycholoog Carl Rogers, ontdekte Gendlin dat het grotendeels gaat om de mate waarin mensen in verbinding staan met hun gevoel.

Vraagt een therapeut ‘Wat doet dat met je, vanbinnen?’, dan vallen sommige mensen even stil, gaan ze te rade bij hun gevoel en komen weer naar buiten met een antwoord. Anderen kijken hun therapeut niet-begrijpend aan. Therapie is merkbaar effectiever in die eerste groep.

Dat betekent niet dat die tweede groep mensen minder vóélt. Alles wat zij meemaken, alle gesprekken die ze voeren op een dag, plotselinge gedachten, onverwachte e-mails, al die dingen resoneren evenzeer in hun lichaam: in de vorm van emoties en lichamelijke sensaties – een brok in de keel, een knoop in de maag, een golf van energie, of juist een sluimerend verdriet – maar ze vinden het lastiger om de taal van hun lichaam te beluisteren.

Dat is zonde, want al die sensaties vormen een schat aan informatie: ze vertellen ons hoe het met ons gaat, wat dingen voor ons betekenen, wat we willen, en níét willen. Daarbij kan het gefluister van ons lichaam, als we lang genoeg niet luisteren, plots overgaan in geschreeuw.

Afleiding zoeken

Los van het feit dat sommige mensen daar beter in zijn dan andere mensen zijn er ook maatschappelijke ontwikkelingen die de verbinding met ons gevoel kunnen bemoeilijken.

We leven drukke levens, volgepland met allerlei dingen die belangrijker lijken dan hoe we ons op dat moment voelen. En er is overal afleiding beschikbaar. Als we een belangrijke afspraak hebben en dus even geen tijd om ons rot te voelen, trakteren we onszelf tussendoor even op iets lekkers van de bakker.

Of we komen uitgeput thuis na een drukke dag en voelen liever gewoon even helemaal niets – geholpen door Netflix en Instagram – dan dat we óók nog allerlei complexe gevoelens van die dag moeten gaan uitpakken en doorvoelen.

Maar die gevoelens zijn er tóch, en ze beïnvloeden ons de hele dag door. Ze markeren als het ware de verhouding tussen hoe dingen gaan in ons leven, en wie we zijn en wat we willen. Dat begint al jong, zegt Swyngedouw.

‘We sturen kinderen naar school, ze moeten van alles doen: braaf zijn in de klas, goed meewerken. Bij hen zie je dus al dat er bepaalde verwachtingen zijn die ze moeten inlossen, die niet altijd in lijn zijn met wie ze vanbinnen zijn, of wat voor hen op dat moment als belangrijk aanvoelt.

We leren zo al heel jong ons aan te passen, ongeacht ons gevoel vanbinnen. We voelen dat bepaald gedrag of bepaalde eigenschappen ons meer waardering opleveren, dus die richting gaan we op bewegen, in ons denken en ons doen. Maar dat maakt dat we langzaam weg raken van wie we vanbinnen eigenlijk zijn.’

Als volwassene ontwikkelt zich dat verder, onder invloed van allerlei ideeën over hoe je leven eruit zou moeten zien; wat belangrijk is, wat juist niet, en waarnaar je moet streven.

Je kunt zomaar diep in een leven terechtkomen dat eigenlijk misschien niet is wat je wilde, of wat echt bij je past. Ons lichaam protesteert wel, maar we leren lastige gevoelens te negeren door onszelf af te leiden.

We zijn bovendien vaak bang voor negatieve gevoelens, om erdoor overweldigd te worden, erin te blijven hangen. Terwijl: juist door ze te doorvoelen, worden ze behapbaar. Als een telefoon die stopt met rinkelen als je gewoon eens opneemt.

Eerst eens pauzeren

Maar de telefoon horen rinkelen is één ding; opnemen een tweede. Waar de een intuïtief weet hoe dat moet, is het voor de ander wat lastiger onder de knie te krijgen. Voor hen is er de methode Focusing.

Via een paar stappen leert deze aanpak – die Swyngedouw liever een levenshouding noemt – je om contact te maken met jezelf, met wat er binnen in je gebeurt. Je bouwt als het ware een relatie op met je eigen beleving, waarvoor je een veilige ruimte in jezelf creëert waarin je gevoel niet meteen wordt veroordeeld.

Cruciaal daarvoor is het allereerst om te pauzeren, zegt Swyngedouw. We zijn het inmiddels gewend om van de ene ervaring zó in de andere te springen: we voeren een lastig telefoongesprek met een collega en staan een minuut later ons kind uit school te halen, we komen thuis van een geslaagde date en worden onmiddellijk de laptop ingezogen.

Al door gewoon even stil te staan bij onze ervaringen en wat ze voor ons betekenen, krijgen we meer grip op onze gevoelens, volgens Swyngedouw. Doen we dat niet, dan nemen we ook de hele dag gevoelens van de ene situatie mee naar de andere.

Misschien voelen we ons rot door dat telefoongesprek met die collega en staan we even later, zonder dat we echt snappen waarom, tegen een treuzelend kind te snauwen. Door tussendoor pauze te nemen, kunnen we gevoelens makkelijker verbinden aan de dingen die we meemaken.

Dat geldt net zo goed voor fijne gevoelens: door te pauzeren na die leuke date voel je je eigen enthousiasme ook beter.

Vervolgens is het zaak om bij je beleving te komen. En dat gaat via je lichaam; niet via je hoofd. ‘Dat kan lastig zijn, want gedachten zijn er vaak sneller dan je gevoel,’ zegt Swyngedouw.

In plaats van in gedachten het gesprek te gaan doornemen, of te gaan piekeren over of je date wel van zich zal laten horen, blijf je dus bij je eigen lichaam: wat voel je vanbinnen? Uitgangspunt van Focusing is dat alles wat je meemaakt op een bepaalde manier resoneert, weerklinkt, in je lichaam.

Het gaat daarbij niet om je gewone lichamelijke gewaarwordingen – jeuk achter je oor, een beetje last van je maag, koude voeten – maar om de manier waarop de ervaringen die je die dag hebt gehad een soort lichamelijk spoor hebben achtergelaten: misschien wel een vaag gevoel van weemoed, een beklemmende sensatie, of juist een zachtjes borrelend geluksgevoel.

Maar het is niet de bedoeling dat je op zoek gaat naar dit soort specifieke termen: je lichaam spreekt, niet je hoofd. De beleving komt vóór het verhaal.

Er hoeft niets

Kun je met je aandacht aanwezig zijn bij je gevoel, dan kan het zich voorzichtig gaan uiten: is er een associatie met een woord, een term, een metafoor of zelfs een gebaar, klank of kleur?

Als er iets naar boven komt, kun je dat symbool als het ware toetsen aan je beleving: klopt dit, of toch niet? Bij het ene symbool voel je misschien weinig, terwijl je bij een andere associatie voelt: nu ben ik iets op het spoor. Dat symbool ga je vervolgens verder exploreren.

De betekenis die zo ontstaat – vanbinnen naar buiten, van je lichaam naar je hoofd en weer terug – werd door Gendlin de bodily felt sense genoemd, de ‘lichamelijk gevoelde betekenis’ (zie pagina 29 voor de Liefdesoefening van Eugene Gendlin).

Waar het bij mindfulness draait om voelen of observeren en juist niet om het verhaal achter de beleving, gaat het bij Focusing óók om het ontdekken van de betekenis ervan.

‘Toch hoef je zo’n betekenis niet te forceren,’ zegt Swyngedouw. ‘De kern bij Focusing is dat je contact maakt met wat er vanbinnen gebeurt op een open en vriendelijke manier, zodat dat wat er is zich rustig verder kan ontwikkelen. Er hoeft in principe niets.’

Dat is namelijk belangrijk in relatie tot de volgende stap: het erkennen van je beleving, dus het erkennen van die lichamelijk gevoelde betekenis. Dat gaat volgens Swyngedouw makkelijker als je denkt in zinsneden die ervoor zorgen dat je niet samenvalt met het gevoel dat je erkent.

Dus niet: ik voel me in de steek gelaten, maar ‘iets in mij voelt zich in de steek gelaten’. Op die manier is er ook ruimte voor verschillende gevoelens tegelijkertijd – want dat komt in de praktijk vaak voor. Er is bijvoorbeeld iets in jou dat zich in de steek gelaten voelt, maar ook iets dat vindt dat je je niet zo moet aanstellen, of een derde iets dat vindt dat je wel erg hard bent voor jezelf.

‘Het is zaak om al die gevoelens aandacht te geven, zonder dat je je met één specifiek gevoel gaat identificeren,’ legt Swyngedouw uit. Dat kan helpen bij het maken van beslissingen: dat je de wirwar van verschillende gevoelens een beetje uit de knoop haalt en op een rijtje zet.

Vervolgens kun je ze allemaal hun verhaal laten doen. ‘Alsof je een ouder bent die alle kinderen om de beurt aan het woord laat om hun verhaal te doen. Je zegt tegen het ene gevoel: rustig maar, jij komt zo aan de beurt.

Maar we gaan nu eerst even luisteren naar dít gevoel.’ Dat kan je helpen om meer inzicht te krijgen in wat dingen voor jou betekenen, en ook duidelijk maken tegen welke gevoelens je geneigd bent je af te zetten.

Luisterend oor

Swyngedouw heeft daar persoonlijk veel ervaring mee. ‘Ik had over een heleboel dingen die zich aandienden gedachten als: nee, nee, niet zo, of dat kan niet, dat is te fel, niet weer dit – of gewoon een ongeduldig gevoel naar mezelf. Ik heb daar heel lang mee moeten oefenen.

Het heeft me geholpen om met anderen samen hardop te focussen, zodat die ander kan opmerken: hé, je bent je erkennende houding weer kwijt. Dan stop ik weer met me te identificeren met die gedachten en erken ik: er is iets in mij dat angstig is, én iets dat daar keihard over oordeelt.’

Een ander belangrijk uitgangspunt van Focusing is dat je gevoelens er altijd zijn om een reden – en altijd ten dienste van jóú. Misschien lijkt een gevoel in je huidige situatie niet helemaal terecht, maar stamt het uit een oudere situatie waarin het wél nodig was en ontstond het ooit om je te beschermen.

Juist door het niet weg te drukken of je ertegen af te zetten, maar het een luisterend oor te bieden en welkom te heten of zelfs te bedanken, kunnen zulke gevoelens bedaren en een evenwicht vinden, in plaats van dat ze vechten om je aandacht.

Steeds meer laagjes

Door op deze manier bij je beleving te blijven en die er gewoon te laten zijn, zonder je ermee te identificeren, bouw je langzaamaan een gezondere relatie met je binnenwereld op.

Goed mogelijk dat je daar een tijdje voor moet oefenen. ‘Het begint áltijd met iets vaags,’ zegt Swyngedouw. ‘Het ontvouwt zich pas tot iets concreters als je er met je aandacht bij blijft. Je moet het je toe-eigenen, je hebt tijd nodig om Focusing te leren.

En je moet er wel pauze en stilte voor creëren. Als je alleen maar zit te praten, ga je weinig ontdekken. Dan is er geen ruimte voor iets nieuws om omhoog te komen. Daarom is pauzeren zo’n belangrijke eerste stap.’

Heb je het eenmaal onder de knie, dan zul je zien dat er langzaam steeds meer laagjes verschijnen, schrijft Swyngedouw in haar boek. Steeds meer stukjes van het verhaal die zich alleen maar laten zien wanneer je er ongehaast, en met je volle aandacht, bij bent.

Want dat is wat Focusing uiteindelijk is: leren luisteren naar de verhalen die zachtjes worden verteld door je eigen lichaam. Dat betekent niet dat je altijd datgene zult kunnen doen waar je lichaam om vraagt: onze levens zijn immers maar gedeeltelijk onder onze controle.

Maar voor zover ze dat wel zijn, zul je kunnen navigeren op basis van wat je werkelijk wilt, hoe je je werkelijk voelt. In een wereld vol luide stemmen houdt zo’n innerlijk kompas je op je eigen koers.

 

3 oefeningen voor meer contact met jezelf

Voor je begint

Volg de instructies niet

De instructies zijn er alleen om je te helpen om in contact te komen met je lichaam en om te komen bij een gevoelde betekenis van iets in je leven. Gebeurt er iets anders in jou dan wat de instructies zeggen? Volg dan je eigen lichaam.

Houd je eigen tempo aan

Als je de instructies leest, doe dat dan steeds per klein stukje. Check hoe dat is in jou en volg dat. Toe aan een volgende stap? Lees een nieuw stukje instructie en neem het mee naar binnen.

Schrijf of teken, als dat goed voelt

Het kan helpen om tijdens en/of na je Focusing-oefening enkele woorden of zinnen op te schrijven of iets te tekenen. Dat hoeft niet. Probeer het eens uit en kijk wat het met je proces doet.

Geef het de tijd

Ook na het focussen is het belangrijk om niet onmiddellijk over het proces te gaan praten. Zie het als een nat schilderij: het heeft tijd nodig om te drogen. Als je nu meteen begint dingen aan te duiden, blijft er straks niets meer van over. Er is vanbinnen iets gebeurd en het nieuwe heeft bescherming nodig. Geef dat even de tijd om zijn plek te vinden en om te ervaren hoe dat is.

Maak ruimte voor je proces

Als je voor jezelf beslist om tijd uit te trekken om te focussen, is het goed om te zorgen dat je een tijdje niet kunt worden gestoord. Zet je smartphone en alles wat kan afleiden even uit. Zoek een ruimte op waar je een tijd in je eentje kunt zitten. Zeg tegen eventuele huisgenoten dat je even met rust wilt worden gelaten. Focusing begint hiermee: met beslissen dat je gaat focussen en er een plek en tijd voor maken.

Oefening 1: Naar binnen keren kun je leren

Zo kun je vertragen en contact maken met jezelf:

  • Pauzeer geregeld en voel even hoe de buitenkant van je lichaam aanvoelt, hoe je voeten en benen aanvoelen, je handen en je armen. Neem ook even de tijd om te voelen hoe je lichaam wordt ondersteund door de stoel of de bank waarop je zit. Merk het op en blijf daar even bij.
  • Pauzeer in de loop van de dag geregeld, bijvoorbeeld nadat je een taak hebt afgewerkt, als je een telefoontje hebt gedaan of als je ergens staat te wachten voor het rode licht, op het perron, aan de kassa… en merk op wat er in je omgaat: hoe voelt het nu vanbinnen in mij? Hoe sta ik erbij? Geef het even erkenning: zo is het nu in mij, zo is dit nu voor mij.

Oefening 2: De liefdesoefening

Ervaar wat een lichamelijk gevoelde betekenis is en waar het bij Focusing dus om gaat.

Deze oefening laat zien hoe je fijne ervaringen met behulp van Focusing verder kunt verdiepen.

  • Sluit je ogen en denk aan iets waar je van houdt. Geen persoon of dier, maar een object waar je blij van wordt, een plek waar je graag bent of een activiteit die je graag doet.
  • Bedenk nu een paar redenen waarom dat zo is. Waarom houd je hiervan, waarom ben je daar graag, waarom doe je dit graag?
  • Stel je nu voor dat je bij dit object of op die plek bent of dat je die activiteit aan het doen bent. Hoe voelt dat voor jou vanbinnen? Beschrijf dat gevoel in je lichaam. Ga na vanbinnen of die beschrijving klopt.
  • Stel je dan nu de vraag: wat aan dit object, die plek of deze activiteit maakt dat ik me zo voel? Reageer niet onmiddellijk, maar wacht, benieuwd naar het antwoord dat komt van binnenuit.
  • Hoe voelt het in jou als dit antwoord komt?
  • Is dit gevoel anders dan toen je redenen zat te bedenken?

Oefening 3: Je erkennende houiding

Een groot verschil tussen Focusing en mindfulness is dat je bij Focusing niet alleen je gevoel er laat zijn, maar ook de betekenis of het verhaal erachter opmerkt en erkent.

Zinnetjes zeggen

Als je dat geregeld doet, creëer je een soort veilige mentale ruimte waarin elke beleving aandacht krijgt en je erkent dat het nu is zoals het is. Die basishouding kun je oefenen en cultiveren, bijvoorbeeld via taal.

Denk aan een recente situatie waarin je irritatie voelde. Bijvoorbeeld: je net geschreven tekst lijkt spoorloos verdwenen op je computer, dat gesprek van daarnet liep niet zo goed, je stoort je aan hoe de ander tegen jou deed, je hebt net weer heel lang in de file gestaan… Het eerste wat in je opkomt is meestal het beste.

Stel je de situatie zo levendig mogelijk voor en voel in je lichaam hoe dat nu is voor jou. Zeg daarna deze drie zinnetjes een voor een tegen jezelf en kijk hoe dat nu voelt in je lichaam:

  • Ik ben geïrriteerd.
  • Iets in mij is geïrriteerd.
  • Ik merk dat iets in mij geïrriteerd is.

Probeer aan te voelen of er een verschil is in hoe je lichaam vanbinnen voelt bij elk van de drie zinnetjes. In de derde formulering erken je je gevoel wel, maar val je er niet mee samen.

Je geeft het gevoel aandacht, maar identificeert je er niet mee; dat is een noodzakelijke stap om te gaan ontdekken wat dingen voor je betekenen.

Oefen ermee in het dagelijks leven, op momenten dat je opmerkt dat er iets gaande is in je, dat een situatie je op de een of andere manier raakt. Grijp dat moment aan om in jezelf te zeggen: ‘Ik merk dat iets in mij geraakt is door de situatie.’

Hallo, beleving!

Een tweede manier om met taal je erkennende houding sterker te maken, is door je beleving te begroeten. Je kunt gewoon neutraal zeggen: ‘Hallo, ik merk dat dit er is’, of het even toeknikken. Het gaat hier om de kracht van het erkennen en gewoon begroeten wat in je leeft en in je aan-dacht komt, zonder dat je je ermee identificeert.

Cadeau voor jou

Speciaal voor jou: 5 gratis Focusing-oefeningen in audio

  1. Contact maken met je lichaam, door Ann Weiser Cornell en Barbara McGavin.
  2. Je innerlijke weer, door Shoji Tsuchie.
  3. Mandala, door Lucy Bowers.
  4. Focusing met afbeeldingen (uit tijdschriften of kunstwerken in een museum), door Tine Swyngedouw.
  5. De liefdesoefening, door Eugene Gendlin.

Tijdens het luisteren kun je het tempo aanpassen met de pauzeknop. Pauzeer zo vaak en zo lang als je lichaam dat nodig heeft.

Deze oefeningen gratis beluisteren? Ga naar psychologie.nl/focusing