‘Voor mijn moeder was ik een levende pop. Ze verschoonde me en gaf me een flesje, maar genegenheid en geborgenheid had ze niet te bieden. De eerste zes jaar woonden we bij mijn grootouders in, daar had ik het fijn. Maar mijn moeder ontmoette iemand op de sociale werkplaats. Toen ze met hem ging samenwonen, verhuisde ik mee. Een kind hoort bij haar moeder, vonden mijn opa en oma.
Mijn moeder heeft alzheimer
Wat doet het met een gezin als een van de ouders begint te dementeren? Anna Myrte Korteweg interview...
Lees verderIk was een jaar of 8 toen ik met mijn moeder bij de bushalte stond en zij niet kon lezen hoe laat de bus kwam. Dat is toch niet zo moeilijk? dacht ik. Toch vond ik haar niet dom. Ik boog mee met haar behoeften; als zij iets niet kon, deed ik het. Mijn stiefvader vond mij een wijsneus. Ik was slim, maar hij was de baas, en dat liet hij voortdurend merken. Als ik niet naar school was, moest ik op mijn kamer blijv
en en hij sloeg me regelmatig. Mijn moeder hield zich afzijdig, bang om ook klappen te krijgen. Ze bemoeide zich niet met mij, ik stond zelf op en maakte mijn eigen boterhammen klaar. Maar toen mijn babybroertje werd geboren, durfde ik bijna niet meer naar school. Als hij huilde, werd mijn moeder nerveus en pakte ze hem hardhandig aan. Ik speelde met hem zodat hij rustig bleef. ’s Nachts gaf ik hem de fles, omdat niemand anders dat deed.
Er werden meer broertjes en een zusje geboren, en die zorg kwam ook grotendeels op mij neer. Toch kon ik niet voorkomen dat ze uit huis werden geplaatst. Dat was nadat het kinderdagverblijf had geconstateerd dat mijn broertjes wel heel erg suf waren. Een onderzoek wees uit dat ze medicijnen hadden gekregen om rustig te blijven. Mijn ouders werden direct uit de ouderlijke macht gezet.
Tot mijn puberteit voelde ik nog wel liefde voor mijn moeder. Maar toen kreeg ik door dat ze het niet in zich had om haar kinderen te beschermen, dat ze geen “gewone” moeder was. Die gevoelens heb ik jarenlang weggestopt, want ik stond in de overlevingsstand. Maar toen ik zelf moeder werd, kwam alles boven. Ook de angst dat mijn eigen kind uit huis zou worden geplaatst. Ik was voortdurend bang dat ik niet goed voor haar zorgde. Liep ze wel snel genoeg? Had ze niet allang moeten praten? Elk consultatiebureaugesprek was een examen. Maar ze ontwikkelde zich prima en inmiddels zie ik zelf ook dat ze een gezonde dertienjarige is.
“Mag ik alsjeblieft een dagje jou zijn?” heb ik haar weleens gevraagd. Zo graag zou ik willen weten hoe het is om een gewone puber te zijn en puberdingen te doen. School, bijbaantjes, vriendjes, uitgaan – het was voor mij allemaal niet vanzelfsprekend. Ik heb een achterstand opgelopen die ik onmogelijk kan inhalen. Toch wil ik vooruit, ik wil mijn rijbewijs halen en een opleiding volgen.
Mijn moeder zie ik een of twee keer per jaar, op een verjaardag of begrafenis. Ik ben aardig en beleefd. Ik haat haar niet. Dat ik geen moeder heb gehad, neem ik haar niet kwalijk. Zij kan er ook niks aan doen dat ze verstandelijk beperkt is.’
Laat familiepatronen los – maak je eigen keuzes
- Herken én doorbreek je belemmerende familiepatronen
- Ontdek hoe je je eigen pad kunt bewandelen en voel je vrijer
- Inspirerende video’s en opdrachten onder begeleiding van een contextueel therapeut
69,-
Meer lezen?
Ook Henk en Corrie vertellen over hun ouders die zwakbegaafd zijn. Ontdek welke invloed dit op hun leven heeft: Lees de volledige interviews hier.
Vind je deze video leuk? Abonneer je op ons YouTube-kanaal, er volgen nog veel meer video’s.