De typisch narcistische trekken kennen we allemaal wel: zichzelf fantastisch vinden, graag bewondering willen, anderen gebruiken als middel om zelf iets te bereiken… Mensen met deze trekken maken zich niet populair en uiteindelijk worden ze er ook niet gelukkig van, want narcistische bewonderingszucht stoot anderen af.
Wat zijn de gevolgen van opgroeien bij een narcistische ouder?
Logisch dat je als ouder liever niet hebt dat je kind narcistische trekken ontwikkelt. Eddie Brummelman toonde in onderzoek – waar hij cum laude op promoveerde – onder meer aan dat ouders hier zelf invloed op hebben.
‘Onbedoeld en ongewild wakkeren ze narcistische trekken aan,’ zegt Brummelman. De hedendaagse maatschappij, die steeds individualistischer is geworden, versterkt de op-zichzelf-gerichtheid, weet Brummelman.
In zijn nieuwe boek Bewonder mij gaat hij hier uitgebreid op in. Ook belicht hij hoe je grip kunt krijgen op je eigen narcisme. Want als er één mythe is die Brummelman uit de wereld wil helpen, is het wel dat narcisme is ingebakken en voor altijd vaststaat.
Wat doen ouders die narcistische trekken aanwakkeren verkeerd?
‘Feitelijk doen ze juist enorm hun best. Daarin worden ze gedreven door de heersende opvatting over wat ‘goed’ is. Onze individualistische maatschappij dicteert dat je jezelf centraal moet stellen, boven de groep. Zelfexpressie en excelleren worden sterk gewaardeerd.
Ouders willen hun kind graag een hoge zelfwaardering meegeven en in principe draagt dat ook bij aan een gelukkig en succesvol leven. Alleen de manier waarop sommige ouders dat doen, stimuleert niet zozeer een gezonde zelfwaardering bij hun kind als wel de overtuiging speciaal, bijzonder en beter dan anderen te zijn.’
Wat gaat er dan fout?
‘Als je een kind steevast bewondert, op een voetstuk plaatst en vergelijkt met anderen – waarbij je kind beter afsteekt – geef je hem of haar de onderliggende boodschap mee heel bijzonder te zijn, maar ook dat je liefde daaraan is gekoppeld.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen met narcistische trekken een enorme schaamte ervaren als ze falen. Ze kunnen wel door de grond zakken, want de liefde van de ander staat erdoor op het spel. Hierdoor groeit ook de hunkering naar bevestiging.’
Ouders kweken dus onbewust narcistische trekken bij hun kinderen. Waarom hebben ze dat niet in de gaten?
‘Uit recent onderzoek blijkt dat we narcistische trekken vaak ten onrechte aanzien voor gezonde zelfwaardering. Dat onderscheid maken blijkt lastig. Juist die verwarring maakt dat die trekken in eerste instantie toch als iets positiefs worden gezien. Ouders denken: mooi, mijn kind bouwt een stevig zelfbeeld op.’
Hoe kun je als ouder voorkomen dat je kind doorschiet?
‘Gezonde zelfwaardering ontstaat als je een kind waardeert om wie het is, niet om hoe bijzonder hij of zij is en zonder het te vergelijken met anderen. Als je steeds benoemt waarin een kind beter is dan anderen, kan er een gevoel van verhevenheid en superioriteit gaan groeien.
Narcistische mensen voelen zich beter naarmate ze verder boven anderen uitsteken. Ze gaan de concurrentie aan en denken: er kan er maar een de beste zijn.’
Dus moeten we zuinig zijn met complimenten?
‘Ouders zijn vaak geneigd een compliment enorm op te blazen. Ze zeggen: “Wat een on-ge-lo-felijk mooie tekening!” in plaats van “Wat een mooie tekening”. Kinderen kunnen daardoor gaan denken: ik ben dus geweldig!
Training Bescherm jezelf tegen narcisme
- Leer omgaan met een narcistische ex, ouder of baas
- Ontdek de belangrijkste kenmerken van narcisme
- Inspirerende sessies met video en achtergrondartikelen
45,-
En ook: als ik iets heel goeds heb gedaan, moet ik dat blijven doen. Het is goed je te realiseren dat in complimenten, ook gematigde, altijd een oordeel schuilt. En dat dát vooral wordt gehoord. Belangrijker is het geven van warmte. Dan ontwikkelt je kind wel een gezonde zelfwaardering.’
Wat verstaat u precies onder warmte geven?
‘Laten merken dat je het fijn vindt om samen met je kind te zijn, samen dingen te ondernemen, hem of haar af en toe aan te raken. En laten merken dat falen niet leidt tot afwijzing; dat je liefde blijft, ook als je kind niet scoort. Warmte geven zit meer in daden dan in woorden. Dat maakt het lastiger dan af en toe complimenteren. Je moet er tijd in steken, het vraagt om toewijding.’
‘Niemand is een geboren narcist’ schrijft u in uw boek. Maar is het niet altijd de combinatie van nature en nurture die maakt dat dit soort trekken naar voren komen?
‘Net als andere persoonskenmerken, heeft ook narcisme zeker een genetische component. Door sommige aangeboren kenmerken zal iemand eerder narcistische trekken ontwikkelen. Maar narcistische trekken ontstaan pas rond het 7de of 8ste levensjaar. En of aanleg ook daadwerkelijk tot narcisme leidt, wordt uiteindelijk vooral bepaald door externe factoren.’
Om welke aangeboren kenmerken gaat het?
‘Er is een onderzoek gedaan waarbij kinderen op hun 3de en 4de jaar werden geobserveerd en bij wie op latere leeftijd werd gemeten of zij narcistische trekken hadden. Dit bleek vaker het geval bij kinderen die heel jong al graag in het middelpunt stonden en die emotioneel labieler en impulsiever waren dan gemiddeld. Maar het is zeker geen een-op-een-relatie. Of die trekken inderdaad tot ontwikkeling komen, hangt, zoals gezegd, sterk af van omgevingsfactoren, waaronder de opvoeding.’
Wanneer spreek je van narcistische trekken en wanneer van een narcistische stoornis?
‘Dat is lastig te bepalen. Bij het woord “narcisme” denken we automatisch aan een zeldzame stoornis die in de DSM staat omschreven, maar die stoornis is niets anders dan een extreme variant van narcistische trekken.’
Op welke manier hebben narcistische mensen er zelf last van?
‘Ze hebben een onverzadigbare honger naar bewondering en erkenning van hun grootsheid, maar als die uitblijven, voelen ze zich beschaamd en boos. Het is een kwetsbaar bestaan, in extreme gevallen beperkt het mensen ernstig in hun dagelijks functioneren en lijden ze er flink onder. Vaak zie je dat het samengaat met angst, depressie en middelgebruik.’
Vaak lopen ze vast in hun relaties met anderen. Wat gaat er mis?
‘Ze zijn niet goed in staat tot het aangaan van langdurige, diepgaande relaties. Daarin moeten beide personen zich normaal gesproken gezien en gewaardeerd kunnen voelen. Maar een narcist wil vooral dat de ander naar hem opkijkt.
De ander is slechts publiek waardoor de wederkerigheid ontbreekt die zo belangrijk is in relaties tussen mensen. Narcisten krijgen snel een ruzieachtige houding als ze het gevoel krijgen dat je ze niet genoeg bewondert, wat vaak leidt tot conflicten en niet zelden een breuk.
We zien iemand met narcistische trekken vaak als een zelfingenomen, gevoelloze ijdeltuit, maar eigenlijk is het vooral tragisch voor de narcist zelf: hoe meer hij de erkenning van de ander probeert te krijgen, hoe meer die als een stuk zeep uit zijn handen glipt.’
Er bestaat een theorie dat sommige narcisten diep vanbinnen juist een hekel aan zichzelf hebben en ongebreideld waardering en erkenning zoeken, doordat ze zich nooit geliefd hebben gevoeld, zijn verwaarloosd of mishandeld.
‘Dat hoor je inderdaad veel. Dit wordt ook wel de “donuttheorie” genoemd en gaat ervan uit dat deze mensen vanbinnen een leegte ervaren die steeds moet worden opgevuld. Dat “gat” zou worden veroorzaakt doordat zij zich eigenlijk juist heel klein en waardeloos voelen en daarom steeds hunkeren naar de erkenning van anderen.
Maar voor deze theorie is weinig empirisch bewijs. In mijn ogen is het een hardnekkige misvatting. Narcisten hebben geen last van zelfhaat, ook niet onbewust. Ze zijn in hun kern juist overtuigd van hun superioriteit. Maar ze twijfelen of anderen die mening delen en daarom zoeken ze zo naar bevestiging.’
Wat is volgens u de hardnekkigste mythe over narcisme?
‘Vaak wordt gedacht dat narcisten alleen maar met zichzelf bezig zijn, maar ook dat is een misverstand. Ze zijn juist heel erg gericht op anderen, op welke indruk zij op anderen maken. Daarbij is hun doel wel om bewondering te vergaren.
Er bestaat nog een ander groot misverstand: van narcisten wordt beweerd dat zij niet in staat zijn naar zichzelf te kijken, maar dat kunnen zij wel degelijk. Uit onderzoek blijkt dat narcisten weten dat zij zichzelf geweldig en beter vinden dan anderen en ook dat zij arroganter overkomen en vaker dan gemiddeld conflicten hebben. Maar zij zien dat niet als problematisch. Sterker nog, ze zien het als eigenschappen die hen helpen vooruit te komen en succesvol te zijn.’
U zegt dat narcisten wel degelijk te helpen zijn, maar dan moeten ze toch eerst zien dat dat nodig is?
‘Dat gebeurt soms ook. Door hun moeizame relaties met anderen kunnen ze soms toch besluiten dat ze iets willen veranderen – niet omdat ze zichzelf niet goed vinden, maar omdat ze inzien dat hun narcisme anderen afschrikt. In therapie kunnen ze dan leren empathischer te worden.
Uit onderzoek blijkt namelijk dat narcisten uit zichzelf niet zo empathisch zijn, maar het wel kunnen leren als je ze ertoe aanmoedigt. Soms gaan narcisten op latere leeftijd in therapie, omdat ze beseffen dat ze hun eigen grandioze fantasieën niet hebben kunnen waarmaken, dat ze hun beoogde roem en faam zijn misgelopen; ze willen dan leren tevreden te zijn met wie ze zijn.’
Hoe krijgt zo iemand er grip op?
‘Vooropgesteld: er is geen instant oplossing. Je komt niet van je narcisme af met een zelfhulpboek. Er is professionele hulp bij nodig en het proces duurt lang, omdat je ingesleten patronen niet zomaar kunt veranderen. Maar er zijn twee strategieën die narcisten zeker kunnen helpen.
De eerste klinkt paradoxaal: kijk meer naar jezelf. Wat daarmee wordt bedoeld, is: vergelijk jezelf met jezelf, niet met anderen. Als je probeert minder naar anderen te kijken, maar vooral naar je eigen groeiproces – bijvoorbeeld naar de dingen in het leven waar je beter in bent geworden dan vroeger – kan het superioriteitsgevoel minder centraal komen te staan. Dan ontdek je dat persoonlijke groei belangrijker is dan boven anderen uitsteken.
De tweede strategie is: oefenen in het hebben en onderhouden van diepgaande relaties. Dat vinden narcisten lastig omdat ze zich niet afhankelijk willen voelen van een ander, dus het is een grote uitdaging.
Als ze het toch aangaan, merken ze dat ze helemaal geen toneelstukje hoeven opvoeren waarin ze laten zien hoe geweldig ze zijn, maar dat anderen hen juist vooral waarderen om wie ze zijn. Dat leren voelen is uiteindelijk bevredigender dan het steeds uitsloven om bewonderd te worden. Gevoelens van verhevenheid kunnen zo plaatsmaken voor gevoelens van verbondenheid.’
Ontwikkelingspsycholoog Eddie Brummelman (31) is docent en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte hierbij onder meer samen met Carol Dweck van Stanford University. In 2015 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht.
Voor zijn onderzoek won hij verschillende prijzen, zoals de Nationale Postdocprijs, de George Butterworth Young Scientist Award en de APS Rising Star award. Hij is auteur van het boek Bewonder mij! Overleven in een narcistische wereld, uitgeverij Nieuwezijds, € 20,-.