Hoe goed ken je je buren? Gemiddeld kennen mensen negen buren van naam en veertien van gezicht. Dat is weinig als je bedenkt hoeveel tijd je in elkaars nabijheid doorbrengt. Wie zijn buren kent, zo blijkt uit onderzoek, voelt zich veiliger, minder eenzaam en gelukkiger. Daarvoor hoef je niet elke middag bij elkaar op de thee. Alleen al vluchtig groeten op straat draagt bij aan het geluksgevoel.
Beter een goede buur…
Hoewel relaties tussen buren de afgelopen decennia steeds zwakker zijn geworden, heeft 75 procent van de plattelandsbewoners en 68 procent van de stedelingen wekelijks contact met de buren.
Dat contact bestaat behalve uit het praatje over de heg vooral uit het bewaren van de huissleutel, het verzorgen van planten en huisdieren tijdens de vakantie en het uitlenen van gereedschap. En hoewel er een romantisch beeld bestaat over het noaberschap op het platteland, blijken mensen in de stad bijna evenveel hulp te bieden aan hun buren.
De Engelse psychologe Elizabeth Stokoe doet al jaren onderzoek naar burenrelaties. Zij was een van de eersten die aantoonden dat een goede relatie met de buren zich afspeelt rond de symbolische grens tussen twee huizen. Huizen worden begrensd door muren en hekken, maar geuren en geluiden gaan daar vaak dwars doorheen.
Dat maakt je ongewild toehoorder van het intiemste deel van iemands leven, zegt Stokoe. Je hoort de buurman Born to be wild zingen onder de douche en de buurvrouw zwoegen op de roeimachine. Hebben ze ruzie, dan hoor je dat ook.
Voor haar onderzoek bestudeerde Stokoe honderden uren video-opnames van burenprogramma’s op televisie, ze observeerde bemiddelaars bij burenconflicten en analyseerde politierapporten van uit de hand gelopen burenruzies. ‘Een goede buur’, zo laat ze per e-mail weten, ‘is beleefd, vriendelijk en voorkomend. En het contact tussen goede buren speelt zich grotendeels af op de grens tussen twee huizen, over de heg of op de stoep voor het huis.’
Goede buren praten met elkaar, maar lopen niet de deur bij elkaar plat. Een relatie, kortom, waarin enige afstand is ingebouwd; juist omdat je zo dicht bij elkaars persoonlijke ruimte komt, een ruimte waarin je normaliter alleen mensen uitnodigt die gevoelsmatig dicht bij je staan.
Last of lust?
Wanneer het misgaat tussen buren, is geluidsoverlast vrijwel altijd de oorzaak. Driekwart van de Nederlanders kan zijn buren horen en eenderde van hen zegt geregeld last te hebben van de buren. Tien procent heeft er zelfs ernstig last van. Maar het is niet het aantal decibellen dat bepaalt of geluid als overlast wordt gezien, zo blijkt uit recent tno-onderzoek.
Het is de relatie met de buren. Hoe beter mensen hun buren kennen, en hoe blijer ze zijn met de woonplek en het huis, hoe minder last ze hebben van buurgeluiden. Daarbij is er geen verschil tussen huur- of koophuizen, en ook opleiding, sekse of nationaliteit van de buren maakt geen verschil.
Iedereen kan een goede buur zijn – of een vervelende – en je kunt zelf veel doen om de band te verbeteren. Dat begint met ‘Goedemorgen’ – liefst van over de heg.
Zo word je een goede buur:
1. Maak direct kennis
Stel jezelf altijd voor aan de buren wanneer je ergens komt wonen. Je niet voorstellen en daarna wel groeten wordt door de meeste mensen niet op prijs gesteld.
Wordt in je nieuwe woning eerst nog verbouwd, gooi dan een kaartje bij de buren in de bus waarop je jezelf voorstelt en alvast excuses maakt voor de eventuele overlast.
Bedenk dat kennismaken belangrijker is dan wie het initiatief neemt. Dus hebben de nieuwe buren het te druk om zich voor te stellen? Stap op ze af en heet ze welkom in de buurt.
2. Spreek problemen uit
Slechts de helft van de mensen die last hebben van de buren, praat daar met hen over. In eenderde van de gevallen lost praten het probleem op. Wacht niet te lang met het aanspreken van de buren. De ergernis wordt anders te groot en daarmee ook de kans op ruzie. Maak geen verwijten, geef liever tips. ‘Misschien kunnen jullie de wasmachine op rubbertegels zetten?’
3. Help elkaar
Bijna alle burenrelaties zijn gebaseerd op dienst en wederdienst. Het is goed de balans hierin in de gaten te houden. Vraag je de buren af en toe via de babyfoon op je kind te passen? Bied dan op jouw beurt aan af en toe hun hond uit te laten.
In noodgevallen zijn de buren altijd het dichtstbij. Ze kunnen een lift geven naar het ziekenhuis, het alarmnummer bellen, je kind van school halen of hun startkabels uitlenen. Er kan altijd een moment zijn waarop je de buren nodig hebt, of waarop je de buren uit de brand kunt helpen. Alleen dat is al een reden om het contact goed te houden.
4. Toon belangstelling
Je hoeft met de buren niet per se door één deur te kunnen, maar wel door één straat. Toon interesse in hen, ook als ze je type niet zijn. Maak een aardige opmerking over de tuin of zeg iets vriendelijks over kind, hond of kat. Een praatje of een glimlach is een prima onderhoudsmiddel voor de relatie, ook als die niet heel diep gaat.