Alleen al in het eerste uur van de dag heb ik elf keer op een klok gekeken, telde ik vanmorgen. Elke keer ging mijn oog naar wekkers en stationsklokken, om te checken of ik nog op schema lag – en of de treinen nog op schema lagen. In ons volgeplande westerse leven kunnen we niet meer om de klok heen: we willen op tijd op afspraken en vergaderingen verschijnen, deadlines halen, de quiche niet te kort en niet te lang in de oven laten staan, de televisie aanzetten als onze favoriete serie begint. Elke dag kijken we daarom ontelbare keren hoe laat het is, en stemmen we ons tempo daarop af: moeten we ons haasten, of hebben we nog even?
6 simpele mindfulness-oefeningen
Wat houdt dat nu eigenlijk in, mindful zijn? En hoe kun je het leren? Ga alvast aan de slag met deze...
Lees verderDat we zo afhankelijk zijn van de klok, komt doordat we van onszelf niets hebben dat ons vertelt hoe laat het is. Lang zijn wetenschappers in ons lichaam op zoek geweest naar het ‘zintuig voor tijd’, net zoals we dat hebben voor smaak, warmte, geur en geluid. Maar het was nergens te vinden.
Toch hebben we wel een innerlijk gevoel voor het verstrijken van de tijd: we kunnen bijvoorbeeld inschatten hoelang iets duurt of hoelang iets geleden is. Ons gevoel houdt zich alleen aan andere wetten dan de regelmatige, absolute tijd van de klok. Duurt op de wijzerplaat elk uur precies even lang, in onze beleving versnellen en vertragen de uren voortdurend. Zo is de heenweg altijd langer dan de terugweg, terwijl de afstand hetzelfde is. En waarom zijn de fijne momenten altijd zo snel voorbij, terwijl vervelende momenten zich voortslepen?
Langspeelplaat
Tijdsgevoel is een gecompliceerde constructie van onze hersenen, schrijft Stefan Klein in zijn pas verschenen boek Tijd. Een gebruiksaanwijzing. Omdat we geen innerlijke klok hebben, zijn we afhankelijk van informatie en aanwijzingen uit de omgeving: bewegingen, activiteiten, onze ervaring hoelang iets duurt, de stand van de zon, enzovoorts. Onze beleving van tijd is daarom altijd met gebeurtenissen verbonden, zegt Klein: gebeurt er niets, dan staan we met lege handen en lijkt de tijd stil te staan.
Dat is precies wat de Fransman Michel Siffre merkte toen hij in de jaren zestig twee maanden lang in een 130 meter diepe grot kampeerde om een ondergrondse gletsjer te onderzoeken. Bij wijze van experiment had hij geen horloge meegenomen.
In het pikkedonker, alleen en afgesloten van de wereld, verloor Siffre al snel alle gevoel voor tijd. Dat viel hem moeilijker dan hij had gedacht. Telkens probeerde hij te reconstrueren hoelang hij al onder de grond zat, en hoelang hij nog moest. Van korte activiteiten kon hij wel inschatten hoelang ze duurden, maar wanneer was er een dag voorbij? Hij had geslapen, maar was dat een uur of een nacht? In het donker wist hij soms niet eens of hij sliep of wakker was. Met zijn platenspeler kon hij zijn tijdsgevoel soms even terugwinnen: als hij de hele elpee had gehoord, waren er ongeveer 45 minuten voorbij. Maar zodra de muziek wegstierf, verdween ook zijn tijdsgevoel weer in de duisternis.
Vang de bal!
Als proefpersonen in een hersenscanner de opdracht krijgen om korte tijdsintervallen in te schatten – ze moeten bijvoorbeeld zeggen welke toon het langst duurt – blijken er twee hersengebieden extra geactiveerd te worden: de kleine hersenen, die bewegingen bijsturen die we vaak herhalen, zoals bij lopen; en de basale ganglia, die ingewikkelde handelingen coördineren, zoals het inpakken van een cadeautje.
Het is niet toevallig dat juist de hersengebieden die met beweging te maken hebben, ook bij ons tijdsgevoel betrokken zijn. Onze bewegingen zijn namelijk perfect getimed. Als we een bal vangen, brengen we onze hand exact naar het punt waar de bal komt, en sluiten hem precies op het juiste moment om de bal heen. Hadden we onze hand een fractie eerder gesloten, dan was hij tegen onze vingers gestuit; sloten we hem iets te laat, dan was hij uit onze hand gevallen.
Mindfulness training
- Leer omgaan met stress
- Krijg meer aandacht voor het nu
- Met Gids voor een Langzaam Leven cadeau
99,-
De hersenprocessen die we gebruiken om onze bewegingen tot in tienden van seconden te sturen, gebruiken we dus ook voor ons tijdsgevoel. Maar doordat bewegingen in de regel niet langer duren dan een paar seconden (langere bewegingen zijn weer opgebouwd uit een aantal korte bewegingen), kunnen we met dit mechanisme vooral korte tijdsintervallen inschatten.
Met langere tijdsintervallen hebben we meer moeite. Hoe snel een kwartier, een uur of een dag voor ons gevoel voorbijgaat, blijkt vooral af te hangen van onze aandacht voor tijdsaanwijzingen. Hoe meer we met onze aandacht bij het verstrijken van de tijd zijn, hoe langer ze lijken te duren.
Dat verklaart waarom juist die fijne momenten zo snel voorbijgaan. Als we helemaal opgaan in een spannend boek, letten we nauwelijks op tijdsaanwijzingen, waardoor de uren voorbij lijken te vliegen. Verrast kijken we op uit ons boek: is het al zo laat? Op vervelende momenten, zoals tijdens een tandartsbehandeling, is elke seconde er één te veel en vragen we ons om de haverklap af: hoelang nog?
Pepdrugs
Stress en oppeppende stoffen die onze aandacht verbeteren, zoals cocaïne en cafeïne, kunnen de tijd sneller laten gaan. Maar dat werkt alleen als we zelf actief bezig zijn, ontdekte de Amerikaanse psycholoog Richard Block. Hij gaf proefpersonen een pilletje met cafeïne of een placebo. Vervolgens moesten sommige proefpersonen autorijden in een simulator; anderen keken passief naar videobeelden van een rijdende auto. Wat bleek? Actief rijdende proefpersonen schatten de tijd dat ze bezig waren een stuk korter in als ze cafeïne hadden gekregen. Voor proefpersonen die naar de videoband hadden gekeken, ging de tijd met en zonder cafeïne even snel.
Omdat we ons door de cafeïne beter concentreren op de taak, zegt Block, blijft er minder aandacht over om op tijdsaanwijzingen te letten. Wie de werkdag dus begint met een flinke kop koffie, zal voor zijn gevoel een snelle maar productieve ochtend hebben. Omgekeerd kunnen kalmerende stoffen zoals valium of een jointje onze concentratie verminderen, waardoor de uren eindeloos uitrekken.
Vreemde omkering
Met onze waarneming van langere periodes is iets aparts aan de hand. Er is namelijk een verschil in tijd beleven terwijl je er midden in zit, en als je erop terugkijkt. Juist de uren die eindeloos leken te duren toen we ze beleefden – zoals die lange vliegreis, de tijd in de wachtkamer of dat saaie toneelstuk – zijn in onze herinnering vaak samengeperst tot één beeld of moment. En uren die voorbij leken te vliegen omdat we zoveel meemaakten dat we nauwelijks op de tijd letten, rekken eindeloos uit in onze herinnering. Onze herinnering doet dus vaak precies het tegenovergestelde van onze beleving.
Volgens de Amerikaanse psycholoog Robert Ornstein komt dat doordat we de hoeveelheid opgeslagen informatie terugkijkend zien als een hoeveelheid tijd. Hoe meer herinneringen, hoe langer we die periode inschatten.
Zijn vermoeden werd bevestigd door de ‘Armageddon-experimenten’ van de Engelse tijdpsycholoog John Wearden. Hij liet zijn proefpersonen negen minuten lang opgaan in een spannende scène van de actiefilm Armageddon, of negen minuten wachten in een wachtkamer. Zoals verwacht, dacht de ‘Armageddon-groep’ dat de tijd sneller ging dan normaal, terwijl de wachtkamergroep de tijd langzamer vond gaan. Maar nadat beide groepen even waren afgeleid met een nieuw onderzoek, werd hun gevraagd hoelang ze dachten dat het eerste experiment duurde. Nu waren de resultaten tegenovergesteld: de Armageddon-groep schatte de tijd dat ze naar de film hadden gekeken gemiddeld tien procent langer in dan de wachtkamergroep.
Automatische piloot
Met dit mechanisme valt goed te verklaren waarom het leven sneller lijkt te gaan naarmate we ouder worden. Op jonge leeftijd is alles wat we meemaken nog nieuw, en de moeite waard om in onze herinnering op te slaan. Maar hoe ouder we worden, hoe minder nieuwe dingen erbij komen en hoe meer we op de automatische piloot leven. De eerste fietstocht naar je nieuwe werkadres wordt nog opgeslagen, de tweede misschien ook, maar de duizend pendeltochtjes daarna hebben weinig toegevoegde waarde. En wat we niet onthouden, is verloren tijd als we erop terugkijken.
Er zijn zelfs activiteiten die de tijd korter doen lijken tijdens het moment zelf én in onze herinnering. Als we een avondje van het ene naar het andere programma zitten te zappen, zuigt de beeldbuis al onze aandacht naar zich toe. Terwijl we eigenlijk nog andere dingen hadden willen doen, is de avond zó voorbij. Maar terugkijkend op deze avond hebben we er nauwelijks herinneringen aan. Zo verdwijnt onze beleving van tijd in beide richtingen. Computergames hebben hetzelfde effect: ze eisen al onze aandacht op, maar onze herinneringen beperken zich tot een paar beelden en succesmomentjes.
Het goede nieuws is dat je je leven ook langer kunt laten lijken. Wie zich regelmatig bewust is van het verstrijken van de tijd en tegelijkertijd rijke herinneringen kweekt, leeft voor zijn gevoel een stuk langer, los van de jaren die hem zijn gegeven.
Zo lijkt je leven langer
- Ga actief op zoek naar nieuwe ervaringen, zodat je veel herinneringen aanmaakt. De herinneringen aan alle zomervakanties in Toscane zullen in je geheugen samenvloeien tot één grote ‘mentale foto’ – ga dus liever het ene jaar naar Zuid-Afrika en het volgende naar Texel. Hetzelfde geldt voor werkdagen: doe een cursus, pak nieuwe taken op, neem steeds een andere route naar uw werk. Leer nieuwe mensen kennen.
- Kijk zo min mogelijk televisie. Terwijl je blijft hangen bij programma’s die je niet werkelijk interesseren, vliegt de tijd voorbij – tijd die je ook aan iets beters had kunnen besteden. Maar terugkijkend levert een avond passief televisiekijken nauwelijks herinneringen op. Hetzelfde geldt voor internetten of computerspelletjes spelen.
- Probeer alle indrukken bewust in je op te nemen. Focus op zoveel mogelijk zintuiglijke waarnemingen tijdens een moment dat je wilt onthouden – de warme zon op je gezicht, de geur van tijm, het uitzicht met de glinsterende zee in de verte.
- Leg vast wat je meemaakt: fotografeer, schrijf, bewaar theaterkaartjes. En fris je geheugen regelmatig op door je foto’s te bekijken en aantekeningen door te lezen.