Volgens een al oude theorie lijken de dagen sneller om te gaan als je minder nieuwe dingen meemaakt. Israëlische onderzoekers toonden onlangs aan dat deze theorie nog steeds klopt. Proefpersonen die routinehandelingen uitvoerden, dachten achteraf dat ze minder lang bezig waren geweest dan proefpersonen die afwisselende taakjes hadden gekregen.
Dit verklaart ook waarom we het gevoel hebben dat de jaren steeds sneller gaan naarmate we ouder worden. Voor een kind gebeurt er elke dag wel iets nieuws, maar eenmaal op leeftijd, kijken we nog maar van weinig dingen op. Hoe meer de dagen op elkaar lijken, hoe meer ze opgaan in het grote geheel en ons door de vingers glippen. Daarom lijkt de tweede helft van de vakantie in het algemeen sneller voorbij te gaan dan de eerste helft: het nieuwe is eraf.
De Psycholoog, februari 2004