Ik scheld mijzelf uit om kleine dingen
Beste Mieke en Margreeth,
Ik hoef niet door iedereen aardig gevonden te worden, maar wel door de mensen die ik aardig vind. Als ze eenmaal een vriend of vriendin zijn, heb ik dat minder.
Vooral door mensen die ik net heb leren kennen, zoals nieuwe collega’s of nieuwe vrienden, wil ik graag leuk gevonden worden. Als ik dan naar mijn idee een ‘blunder’ maak, kan ik mezelf daar heel lang over uitschelden. Ik noem mezelf dan kutwijf, dit zeg ik ook vaak hardop, en kan ik niet tegenhouden. Soms zelfs wel vijftig keer per dag.
Dit kunnen hele kleine dingen zijn, zoals dat ik te hard lachte, of een foute grap maak, een domme opmerking. De kleinste dingen dus die vaak nergens over gaan.
Ik ben dus onrealistisch hard tegen mezelf en dat uitschelden kost mij veel energie. ik heb hiervoor al een keer gesprekken gehad met een maatschappelijk werker. Die vertelde mij over voice-dialogue en de innerlijke criticus en hoe ik die kan tegenspreken. Dit hielp een tijdje wel, maar nu niet meer.
Ik zit te overwegen om hier meer aan te doen, maar ik weet niet wat.
Het lukt me blijkbaar niet om compleet van mezelf te houden, en mezelf ‘fouten’ te vergeven. Want ook als ik feedback krijg op mijn werk, kan ik mezelf wel voor mijn oren slaan en hier lang mee zitten.
Groeten van Tamara
Beste Tamara,
Bedankt voor je vraag. Zoals je zelf hebt ervaren, kan een innerlijke criticus enorm hardnekkig zijn en je denken, emoties en handelen gaan overheersen. Voortdurend oordeelt hij of je het wel goed genoeg doet en geeft je ervan langs. Dit is zoals je beschrijft enorm vermoeiend, daar je non-stop alert moet zijn of je geen fouten maakt.
Het uiteindelijke doel is:
• dat je je zelf accepteert met al je leuke stomme, knappe, onhandige enz. dingen
• dat je jezelf met je falen en successen aan anderen durft te laten zien en niet meer bang bent.
• En dat je heel veel energie overhoudt om je veel meer op het hier en nu te richten.
Hoe je met de innerlijke criticus om kunt gaan, kan je in het artikel ‘Wees zacht voor jezelf’ (in Psychologie Magazine van september 2007) in grote lijnen lezen. Namelijk door na te gaan wat vroeger het nut was van de criticus, te begrijpen wat hij eigenlijk wil en te proberen hem je adviseur te laten worden, die respectvol met je omgaat, dus hem niet verbieden.
Wellicht is het voor jou prettig om nu eens niet de aandacht op die innerlijke criticus te richten, maar op een ander belangrijk aspect van zelfcompassie, namelijk mindfulness.
Mindfulness betekent ‘opmerkzaam’ zijn, dat wil zeggen aandacht schenken aan wat zich voordoet van moment tot moment, je gedachtes en gevoelens zoals ze zijn, zonder ze te negeren of te onderdrukken, dus zonder oordeel.
Dit zou betekenen voor een gedachte zoals ‘Ik heb een domme grap gemaakt’,
• dat je opmerkt dat je dit denkt en het waarneemt welk gevoel dit geeft, bijvoorbeeld een enorme knoop in je maag.
• je ontdekt wat daar is, misschien heel veel verdriet en teleurstelling, laat dat er zijn.
• dit heftig kan zijn, want je bent het niet voor niets aan het vermijden.
Luister en voel met compassie en oordeel niet. En laat dan die gedachten gaan als wolken in de lucht, concentreer je dan weer op het hier en nu, dit vraagt oefening, dus accepteer dat het niet meteen zal lukken. Je ziet dan dat je gedachten hebt, maar dat je niet jouw gedachten bent!
Je zal merken dat het veel minder te maken heeft met die persoon, waarvan je denkt dat hij je nu stom vindt omdat je een stomme mop hebt verteld, maar veel meer met een angst ergens voor. Door dit met compassie te herhalen, telkens als er van die momenten zijn, zal je merken dat er meer rust ontstaat en dat je de momenten dat je vindt dat je beter, leuker etc. had moeten zijn van jezelf, makkelijker langs je heen kan laten glijden, omdat je steeds beter begrijpt, waar het vandaan komt.
Als je dit moeilijk vind, kan je dit ook onder begeleiding van een therapeut of coach doen die bekend is met deze methode. Daarvoor kan je ook terecht bij Vonk Zelfbepaling
Ik hoop dat dit antwoord je weer een stapje verder helpt.
Vriendelijke groeten,
Margreeth Eisma en Mieke Meulmeester