In de menselijke hersenen is het niet anders. De informatie uit elk zintuig wordt in gespecialiseerde zenuwbanen verwerkt. Bovendien wordt de informatie uit elk zintuig tegelijkertijd op verschillende manieren ontleed. Als we bijvoorbeeld naar iemand luisteren, wordt het geluid binnen het auditieve kanaal langs drie verschillende wegen, in drie verschillende modulen verwerkt. Allereerst wordt ontrafeld wat er precies gezegd is, daarnaast wordt de identiteit van de spreker bepaald en tot slot wordt de emotionele intonatie in de gaten gehouden. Bij hersenbeschadigingen kan elk aspect van de waarneming afzonderlijk uitvallen. Als men de klanken niet meer kan analyseren, klinkt de moedertaal net als het gemurmel van een onbekende taal, maar desondanks kan de persoon de identiteit en de emoties van de spreker onderkennen. Andersom zijn er mensen die taal nog prima kunnen verstaan, maar die geen stemmen meer kunnen herkennen of voor wie de intonatie nietszeggend is geworden.
Het grootste deel van het boek besteedt Jackendoff aan het weergeven van dit taalvermogen en de biologische basis ervan. Hij betoogt dat een kind er nooit in zou slagen om tienduizenden woorden te leren als het van tevoren niet zou zijn uitgerust met een ‘conceptuele blokkendoos’. Een kind is bijvoorbeeld van nature geneigd