De foto toont een sobere kamer, met helder mediterraan licht. De oude Irene slaat zorgzaam haar arm om haar stervende man heen. Deze winter is hem te zwaar geworden, en Yorgos zal binnenkort sterven – thuis en in vrede met zijn lot. Iets anders zou op dit afgelegen Griekse eiland niet denkbaar zijn.
Moeten we deze situatie idealiseren en dit onze ouders, of ooit onszelf, toewensen? Of moeten we juist blij zijn met de moderne mogelijkheden om zelf ons door ziekte ondraaglijk geworden leven met hulp van artsen te beëindigen?
Natuurlijk zou je, als je het voor het kiezen had, het liefste in je eigen omgeving overlijden. Op een plek die je dierbaar is, bij mensen die je dierbaar zijn – en misschien wel op een moment dat het jou uitkomt. Vroeger gingen we er niet vanuit dat we zeggenschap hadden over dat moment; als je oud was, stierf je bijvoorbeeld aan een longontsteking, ook wel ’the old men’s friend’ genoemd. Zo bleef verder lijden je bespaard.
Meer invloed op ons stervensuur
Nu kunnen we ‘kiezen’. Als de arts Bernie Siegel beweert, dat we ‘meer invloed op ons stervensuur kunnen uitoefenen dan we wel denken’, doelt hij op de soms onbewuste krachten die we kunnen mobiliseren om ondanks negatieve diagnoses toch te blijven leven. Maar tegenwoordig denken we hierbij eerder aan euthanasie. Wie zich verdiept in de discussie over euthanasie stuit op uitspraken als ‘sterven is uit’, en ‘je hoort om euthanasie te vragen’. Soms lijkt het wel of de balans al te makkelijk in deze richting doorslaat.
Je zou denken dat de professionele medische hulp en de technische mogelijkheden van deze tijd ons geruststellen: het lijkt of we tegen alle problemen verzekerd zijn. ‘Het tegendeel is waar,’ stelt de arts Pieter Sluis. ‘Mensen voelen zich vaak zeer afhankelijk van de deskundigen, op wie zij menen altijd aangewezen te zijn. En dat maakt angstig. Vanuit het gevoel ‘het heft in eigen handen te willen houden’ wordt er dan vaak aan actieve euthanasie gedacht.’
Zorg op maat
Actieve euthanasie is echter slechts één van de mogelijkheden. Een prettig einde van het leven kan ook op andere manieren verwezenlijkt worden. Sinds enige tijd is er de mogelijkheid om ook alternatieven aan te geven, in de zogenoemde zorgverklaring. Hierin kan iemand vastleggen hoe hij in zijn laatste levensfase verzorgd wil worden. Met deze verklaring machtigt iemand mensen uit zijn omgeving om, wanneer de tijd daar is en hijzelf er niet meer toe in staat is, bepaalde beslissingen over hem te nemen. Het achterwege laten van reanimatie als verdere behandeling zinloos blijkt, is maar één van die beslissingen. Je kunt bijvoorbeeld ook denken aan de manier waarop je verzorgd wil worden.
De zorgverklaring kan mensen een gevoel van rust geven: nu kun je erop vertrouwen dat je dierbaren in jouw geest handelen, wanneer je dat zelf niet meer duidelijk kan maken. Er wordt met jouw individuele wensen rekening gehouden. Op deze manier kan men zijn natuurlijke dood met meer vertrouwen tegemoet zien. Een goede dood, die dan geen euthanasie (wat letterlijk ‘goede dood’ betekent) hoeft te zijn.