Fons van de Vijver, cultuurpsycholoog: ‘Je mag aannemen dat initiatieriten inderdaad een belangrijke functie hebben om een groep bij elkaar te houden. Allerlei expliciete en impliciete informatie wordt zo doorgegeven aan de nieuwkomers in de groep. Zij moeten in een bestaande cultuur instromen en daarin moet van alles geleerd worden, ook over rollen en status. Inwijding is een van de manieren om dat te doen. Het is niet per se onmisbaar, maar het helpt wel. Je ziet dat studieverenigingen die er veel waarde aan hechten, gemiddeld toch langer blijven bestaan. En ja, de vorm die het soms aanneemt… ach, het moet met name leuk zijn voor de mensen die er al zitten.’
Henk Bres, ex-hooligan van ADO-Den Haag, inmiddels tv-persoonlijkheid: ‘Vroeger moest je je plekje veroveren op Midden-Noord, de plaats op de tribune waar de hooligans stonden. Vecht par tijtje hier, vechtpartijtje daar: je moest even laten zien wie je was, en dan lieten ze je met rust. Zo moest je respect afdwingen. Ik denk wel dat uittesten, het verd¡enen van een plek, iets typisch dierlijks n menselijks is. Dat was inderdaad belangrijk voor de groep, want als je de strijd aanging met een andere groep, moest je
w l weten wie er bleef staan of wie er weg zou lopen. In de bajes merkte ik dat ook. Maar die ontgroeningen van die studenten… Ik zie mezelf al met een blinddoek door de stad lopen en dan doen wat een ander zegt! Ik zou hem twee stompen voor z’n kop verkopen en dan zeggen wat h¡j moet doen!’
Cabaretier Arthur Umbgrove, ooit lid van het Groningse studentencorps ‘Vindicat’, in een van zijn liedjes: ‘En daar stonden wij amper achttien jaar / net als onze vaders en hun vaders daarvoor / En we zopen tot we niet meer konden / om lid te worden van het corps (…) En we kropen door het glas en het bier / en wie niet dronken was, was een knor / En we kotsten tot we niet meer konden / om lid te worden van het corps.’