Ons denken bepaalt voor een groot deel hoe we de werkelijkheid ervaren – maar onze gedachten zijn soms verouderd, of passen niet meer bij wie we zijn.
Bevrijd jezelf van oude pijn
- Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
- Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
- Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
69,-
‘Wat we in de wereld doen en wie we daar zijn, wordt sterkt beïnvloed door onze gedachten,’ zegt socratisch coach, spreker en trainer Ariane van Heijningen. ‘Daarom is het goed om aandacht te besteden aan wát we precies denken. Zeker als je heilig bent gaan geloven in je gedachten.’
Van Heijningen schreef daar een boek over: Goedbedoeld moeilijk maken. ‘In veel gesprekken spreken we onze gedachten uit. Dat zijn meestal oude ideeën, die we al talloze keren hebben herhaald. In simpele situaties zijn ze nuttig, maar niet in ingewikkelde of nieuwe situaties, of situaties waarin we steeds vastlopen. Dan hebben we nieuw denken nodig.’
Dat nieuwe denken kun je ontwikkelen met wat Van Heijningen een helderdenkengesprek noemt – geïnspireerd op het gedachtegoed van de filosoof Socrates. Het is geen adviesgesprek waarin je een probleem probeert op te lossen, maar eerder een kritisch onderzoek om meer inzicht te krijgen in hoe je denken je blik op de werkelijkheid vormgeeft. Je kunt het met iemand anders voeren, maar ook met jezelf (zie de oefeningen).
Shitterige Eerste Versie
We hebben allemaal behoefte aan houvast. Daarom verzinnen we binnen een fractie van een seconde een ‘Shitterige Eerste Versie’ (SEV) van de werkelijkheid.
Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
- Leer je omgaan met overprikkeling en overspoelingÂ
- Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
- Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
69,-
‘Dat is het supersnelle – niet altijd kloppende – verhaal dat je jezelf vertelt om grip te krijgen op een situatie. Psycholoog en onderzoeker Brené Brown zegt daarover: onze SEV’s zijn vaak gebaseerd op een beperkte hoeveelheid echte gegevens en een grote hoeveelheid gefantaseerde gegevens die zijn samengevoegd tot een emotioneel bevredigende versie van de werkelijkheid.’
En precies die SEV’s leg je op het hakblok tijdens een helderdenkengesprek. Dat doe je door jezelf (of je gesprekspartner) uit te nodigen om je overtuigingen in alle eerlijkheid te onderzoeken. ‘Het meest elementaire wat je daarbij van jezelf of de ander vraagt is: ga op onderzoek uit. Je hoeft niets te bewijzen of te winnen, alleen te onderzoeken. Luister naar jezelf, naar de woorden die je gebruikt. Wat zeg je eigenlijk? En waarom zeg je dat?’
De oefeningen in het de kader hieronder kun je alleen doen, of met een ander – waarbij je om beurten de rol van vragensteller aanneemt.
Rake vragen
Formuleer een startvraag
Een helderdenkengesprek begint met een onderzoeksvraag. Die gaat over het gebied in je leven waar je de meeste wrijving ervaart. Hoe zou die vraag luiden? Denk daar even over na en schrijf hem op voordat je verder leest.
Met welk woord is je vraag begonnen? Is dat met ‘hoe’, ga dan na of je vraag wel realistisch is. ‘Hoe zorg ik dat mijn dochter meer vriendinnen krijgt?’ is dat bijvoorbeeld niet. Verander zo nodig je vraag. Hieronder vind je twee oefeningen om je vraag te onderzoeken en aan te scherpen.
Oefening 1: Wat knelt er het meest?
Schrijf in maximaal drie zinnen op waarom de vraag die je hebt opgeschreven je bezighoudt, wat er knelt.
Voorbeeldvraag: hoe maak ik wijzere keuzes?
‘Ik merk dat ik in relaties dezelfde fouten blijf maken. Ik spreek me nooit eerlijk uit als iets me dwarszit, omdat ik de relatie graag goed wil houden. Het resultaat is dat er een steeds grotere afstand ontstaat tussen mij en de ander omdat ik de écht belangrijke zaken niet durf te bespreken.’
Omschrijf nu het knelpunt in twee of drie losse woorden. Bijvoorbeeld: ‘Angst en afstand.’ Bedenk waarom je daarmee worstelt.
Stel jezelf twee vragen:
- Wat knelt er het meest? Kies één van de woorden die je hebt opgeschreven, bijvoorbeeld: angst.
- Wat knelt daar precies aan? Omschrijf het zo helder mogelijk in drie losse woorden. Kies vervolgens opnieuw wat aan deze drie het meest knelt.
Blijf deze twee vragen om en om stellen tot je voelt dat je de kern te pakken hebt. Dan weet je wat jou ten diepste bezighoudt rondom je onderzoeksvraag. Kijk met die kern nog eens terug naar je oorspronkelijke vraag. Kun je die nu aanscherpen?
Oefening 2: Verdiep je onderzoeksvraag
Een andere manier om je onderzoeksvraag aan te scherpen is de grenswerkwoorden verkennen. Had je een hoe-vraag opgeschreven? Kijk dan eens of je die kunt veranderen in een vraag die meer de kern raakt. Had je geen hoe-vraag geformuleerd en wil je toch deze oefening doen, bedenk er dan een die voor jou van belang is.
Voorbeeldvraag: hoe maak ik meer tijd voor een opleiding?
Ga nu na welk grenswerkwoord (moeten, willen, kunnen, durven of mogen) je vraag aanscherpt. Zo verdiep je je vraag en je denken, voordat je in de oplossingsmodus schiet, bijvoorbeeld: Wil ik meer tijd maken voor na- en bijscholing?
Nu heb je een vraag bedacht die je raakt. Merk je wat dat met je doet? Als je zo’n vraag hebt gevonden, komen er vaak ook al antwoorden en mogelijkheden in je op.
De essentie
De volgende twee oefeningen zijn bedoeld om helder na te denken over wat je meemaakt in je leven.
Oefening 1: Vind de juiste woorden
Ga op zoek naar precies de juiste woorden voor een ervaring. Die helpen je begrijpen wat de herinnering voor je betekent.
Beschrijf een recente ervaring uit je leven die je geraakt heeft. Schrijf op wanneer het was, waar, met wie, wat er gebeurde en wat je raakte.
Probeer het te verwoorden in maximaal vijf zinnen. Kijk vervolgens naar je verhaal en vat de essentie in een combinatie van twee woorden: een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord, zoals ‘Gebroken Gevaar’ of ‘Gedeeld Beeld’.
Bijvoorbeeld: ‘Toen mijn moeder overleed, haalde mijn broer de armband van mijn moeder van haar pols. Zonder iets te zeggen, deed hij deze armband om mijn pols. Totdat moment hadden we een lastige relatie, maar dat verdween volledig door dit gebaar. De twee woorden: Nieuw Begin. Toen ik deze twee woorden vond, kon ik nog beter voelen dat mijn broer en ik een nieuwe, liefdevolle start maakten in onze relatie.’
Op welke combinatie kom jij uit? Blijf zoeken tot je voelt: dit is het. Als je de kloppende woorden gevonden hebt, vergeet je ze nooit meer. Ze vertellen je precies wat de situatie voor je betekende en je kunt die beter doorvoelen.
Oefening 2: Stel de ‘wat is dat’-vraag
Een typisch socratische oefening is om dat wat voor jou belangrijk is (bijvoorbeeld ‘eerlijkheid’), als uitgangspunt te nemen en daarbij vijf keer dezelfde vraag te stellen, namelijk ‘Wat is dat…?’
Na zo’n vijf keer komt de essentie boven, waardoor je het woord beter gaat begrijpen. Probeer daarbij niet in voorbeelden te spreken. Dus op de vraag: ‘Wat is eerlijkheid?’ antwoord je niet: ‘Dat is als ik bijvoorbeeld aan alle kinderen evenveel snoepjes geef’ maar: ‘Dat ieder mens recht heeft op hetzelfde’ (de essentie).
Probeer bij elke stap steeds verder de kern te raken – dat kan best een uitdaging zijn. Na het laatste antwoord formuleer je een definitie van het woord dat je hebt onderzocht. Het zou er zo uit kunnen zien: Wat is dat, rouwen? De pijn aankijken om een verlies dat je hebt geleden.
Wat is dat, de pijn aankijken om een verlies dat je hebt geleden? Doorvoelen dat wat je hebt verloren niet meer terugkomt. Wat is dat, doorvoelen dat wat je hebt verloren niet meer terugkomt? Je wensgedachten opruimen.
Wat is dat, je wensgedachten opruimen? Je verzoenen met hoe het is. Als je voelt dat je niet dieper kunt graven, heb je de kern gevonden. Als je je eigen definitie hebt gevonden, begrijp je jezelf beter. Dat geeft houvast en rust.