Zo’n 10 procent van de ouders twijfelt of ze hun kind zullen laten inenten, en volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zou dit percentage de komende jaren weleens kunnen stijgen naar 20 procent. Niet-prikkers denken goed na over hun keuze: ‘Vaak worden anti-prikkers weggezet als dom, maar dat zijn ze allerminst,’ zegt onderzoeker Jorien Veldwijk. Zij deed aan de Universiteit Utrecht promotieonderzoek naar deze groep ouders. ‘Het is een heel diverse groep, verspreid over het hele land, en opvallend vaak hoogopgeleid.’

"Ouders schrijven vaak ziekten onterecht toe aan vaccinaties"

-

Ons Rijksvaccinatieprogramma beschermt de hele bevolking en voorkomt daarmee volgens het RIVM zesduizend tot twaalfduizend doden per jaar. Wat drijft de niet-prikkers, waarom twijfelen zij aan het nut en de veiligheid van vaccineren? Vijf misverstanden over vaccineren, psychologisch verklaard.

misverstand 1:
‘Alleen ik weet wat het beste is voor mijn kind’

Steeds meer ouders stellen hun intuïtieve gedachten en eigen kennis boven de talloze wetenschappelijke onderzoeken over het nut van vaccineren, merkte de Amerikaanse socioloog Jennifer Reich. Zij interviewde voor haar boek Calling the shots honderden ouders die met volle overtuiging ervoor kiezen hun kinderen niet te vaccineren. ‘Wat ik steeds terug hoorde, was: “Ik ken mijn kind beter dan wie dan ook, ik kan als enige een beslissing maken over zijn welzijn.”’ Volgens Reich hoort dit soort denkpatronen thuis in een nieuwe opvoedstijl die zij beschrijft als individualistisch ouderschap, waarbij ouders zich niet willen laten sturen door instituten als kerk, overheid of gemeenschap, maar zelf beslissingen nemen over hun kroost. Cornelia Betsch, psycholoog en manager van het Duitse CEREB, een centrum dat onderzoek doet naar sociale onderwerpen zoals de beslissing om niet te vaccineren, beschrijft deze gedachtegang als een vorm van zelfoverschatting. ‘Ouders die niet willen laten vaccineren, hebben vaak het gevoel dat zij primair verantwoordelijk zijn voor hun kind. Ze zijn de hele dag bezig om het juiste te kiezen, van het type luiers tot de muesli die hun gezin eet. Het voelt slecht om zomaar mee te gaan in het one-size-fits-all vaccinatieprogramma dat de overheid aanraadt. Ze willen binnen het programma kunnen kiezen. En ze zien zichzelf als expert, gaan voorbij aan het feit dat het prikprotocol is gebaseerd op harde data, op studies en cijfers.’

misverstand 2:
‘Vaccins zijn gevaarlijk, want kinderen werden ziek na zo’n prik’

Inentingen zouden allerlei nare bijwerkingen hebben. Als je googelt op ‘vaccinatie’ kom je al snel bij blogs en websites waarop ouders hun verhalen over bijwerkingen delen.
Psycholoog en vaccinatie-onderzoeker Cornelia Betsch: ‘Ouders schrijven vaak ziekten onterecht toe aan vaccinaties. Ze hadden een gezond kind, het kreeg een vaccin, en toen het daarna ziek werd wisten ze zeker: dat ligt aan het inenten. Dit psychologische verschijnsel heet illusionaire causaliteit: omdat twee gebeurtenissen zich tegelijkertijd voordoen, denken mensen dat er een causaal verband is.’ Berichtgeving over bijwerkingen kan voor een flink wantrouwen zorgen tegenover de farmaceutische industrie en instituten als het RIVM. In de media werd bijvoorbeeld gemeld dat er na de inenting van honderdduizenden kinderen tegen de Mexicaanse griep 29 meldingen kwamen van de slaapziekte narcolepsie. Het bijwerkingeninstituut Lareb betwijfelt of er een verband is tussen deze bijwerking en het vaccin, maar het beeld dat de ‘Big Pharma’ maar al te graag het vaccin verspreidden en dat het RIVM zich niet van de veiligheid ervan had vergewist, was toch ontstaan.

Een andere belangrijke, vermeende bijwerking is autisme. In de jaren tachtig publiceerde de Engelse wetenschapper Andrew Wakefield een studie in The lancet waaruit zou blijken dat kinderen autistisch worden na de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR). Het onderzoek bleek volledig frauduleus, Wakefield mocht zijn beroep niet langer uitoefenen. Betsch: ‘Toch denken mensen nog steeds dat hij gelijk heeft. En waarom? De eerste verschijnselen van autisme doen zich voor in dezelfde periode als waarin een kind een BMR-vaccinatie krijgt. Er is geen enkel verband, maar dat is soms moeilijk uit te leggen aan ouders die zeker denken te weten dat hun kind is veranderd door de vaccinatie – en daarover uitvoerig schrijven op blogs en fora.’
Die negatieve berichten hebben vervolgens weer een grote impact op de twijfelaars. Uit een experiment, gepubliceerd in Journal of psychology, blijkt dat een bezoek van slechts 5 minuten aan dit soort websites, fora en blogs respondenten deed twijfelen aan het nut en de veiligheid van prikken.

misverstand 3:
‘Mijn kind kan zo’n ziekte vast wel aan’

Ook over de consequenties van niet vaccineren bestaan misverstanden – en die leiden tot risico-onderschatting. Socioloog aan de Universiteit van Maastricht Els Geelen sprak met veel ouders die twijfelden aan het nut van vaccins: ‘Deze ouders zeggen: “Mijn kind kan zo’n ziekte wel aan, ik ga er dag en nacht bij zitten, we komen er wel uit. Maar bij kleine kinderen kunnen de consequenties van een infectie heel ernstig zijn. En heel erg ziek worden is soms een kwestie van pech, je hebt het nooit volledig in de hand.’ Cornelia Betsch zegt hierover: ‘In mijn onderzoek beschrijf ik vier soorten niet-prikkers. Eén daarvan is het argeloze type: deze mensen weten feitelijk niets van de gevolgen van ziekten als mazelen of pokken, baseren hun handelen op basis van een gevoel dat het allemaal wel zal meevallen. We worden in het Westen nauwelijks meer geconfronteerd met pokken, mazelen of polio. Ouders hebben daardoor geen idee hoe gevaarlijk die kunnen zijn.’

Training Mindful eten
Training

Training Mindful eten

  • Leer ontspannen omgaan met eten
  • Ontdek hoe je eetgedrag wordt beïnvloed
  • Inclusief meditatie en mindfulness-oefeningen
Bekijk de training
Nu maar
79,-

misverstand 4:
‘Ik twijfel, dus ik doe maar niets’

Psychologen noemen dit de omissie bias: narigheid die voortkomt uit dingen die we nalaten, vinden we minder verwerpelijk en erg dan narigheid die voortkomt uit dingen die we doen. Dit mechanisme speelt volgens Tania Lombrozo, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Californië, ook een rol in de beslissing om niet te prikken.
Uit haar onderzoek komt dat sommige ouders het ‘enger’ vinden om hun kind bloot te stellen aan de vaccins, dan om niets te doen en af te wachten wat er dan gebeurt.
Dat fenomeen ziet ook Cornelia Betsch: ‘Vaccineren is eigenlijk heel contra-intuïtief: je kind is helemaal gezond, waarom zou je het moedwillig injecteren met gifstoffen? Voor sommige mensen is het geruststellender om die hele ervaring te vermijden.’

misverstand 5:
‘Als iedereen is ingeënt, hoeft mijn kind geen prik’

Kinderen die niet zijn gevaccineerd worden vaak toch beschermd tegen ziekten. Socioloog Jennifer Reich: ‘Bij een hoge vaccinatiegraad is de hele groep resistent tegen de ziekte. Kudde-immuniteit noemen we dat. Er zijn niet-prikkers die daar gebruik van maken en denken: als iedereen zich laat vaccineren, dan hoef ik mijn kind niet bloot te stellen aan die naalden.’
Deze ouders denken heel berekenend en vertonen freerider-gedrag: ze liften mee op de massa. Volgens Cornelia Betsch zouden overheden veel meer nadruk moeten leggen op kudde-immuniteit. ‘Als we met zijn allen beslissen onze kinderen niet te vaccineren, is die immuniteit weg. En dan lopen niet alleen kleine kinderen, maar allerlei mensen met een slechte weerstand – van ouderen tot kankerpatiënten – heel ernstige risico’s. Ik vind dat overheden best meer mogen benadrukken: vaccineren doe je niet alleen voor jezelf, maar voor de hele groep.’ //

Bronnen o.a.: J. Veldwijk, Discrete choice experiments in public health, Universiteit Utrecht, 2015 / J. Reich, Calling the shots: why parents reject vaccines, NYU Press, 2016 / E. Geelen e.a., Taming the fear of voice: Dilemmas in maintaining a high vaccination rate in the Netherlands, Social science and medicine, 2016 / C. Betsch e.a., Using behavioral insights to increase vaccination policy effectiveness, Policy Insights from the Behavioral and Brain Sciences, 2015