Inzicht 1: Wijsheid komt niet met de jaren

Lucky Fonz III: ‘Inzicht… Dat lijkt de belofte in te houden dat je op een gegeven moment wijsheid hebt vergaard die onomstotelijk is. We denken vaak dat als je ouder wordt, je ook wijzer bent dan toen je jong was. Maar dat is niet mijn ervaring.

Bevrijd jezelf van oude pijn
Training

Bevrijd jezelf van oude pijn

  • Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
  • Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
  • Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
Bekijk de training
Nu maar
69,-

Eigenlijk vind ik tieners vaak wijzer dan volwassenen. Ze zijn oud genoeg om voor zichzelf na te denken, maar nog jong genoeg om niet helemaal in collectieve ideeën mee te gaan. In veel opzichten was ik als tiener ook wijzer dan nu.

Ik was radicaal, zoals zoveel jongeren; ik had sterke ideeën over kunst en politiek – nou ja, over alles, eigenlijk: over voeding en hoe je moet leven en wat goed en slecht is voor de maatschappij. Op mijn achttiende werd ik vegetariër, wat in die tijd echt nog tamelijk raar was.

Met veel van wat ik vond in die tijd, de idealen die ik toen koesterde, ben ik het in mijn hart nog steeds eens. Ik vond bijvoorbeeld dat je niet materialistisch moest zijn, niet keihard moest werken alleen maar voor het geld en de status. Maar ik kan niet ontkennen dat ik geld en status nu toch belangrijk vind.

Dus in die zin ben ik achteruitgegaan, heb ik eigenlijk wijsheid verloren. Misschien is dat wel een inzicht: dat wijsheid tijdelijk is, komt en gaat. Er bestaat in het leven geen geheime kennis die alle problemen oplost, al hopen we misschien van wel.

Als je alleen maar twijfelt aan alles en volkomen in het duister tast, heb je natuurlijk geen fijn leven. Maar sommige mensen denken dat ze alles weten en dat is ook geen goed nieuws. Want dan ga je genoegzaam achteroverleunen in de veronderstelling dat je jezelf en de wereld helemaal snapt.’

Inzicht 2: Ontspannen kan ook door continu bezig te zijn

‘Ik ben nooit getest op ADHD, hooggevoeligheid of hoogbegaafdheid, en ik denk ook niet over mezelf na in zulke termen. Maar het kan best zijn dat ik zoiets heb, want ik denk extreem snel na en krijg heel veel informatie binnen.

Veel mensen hebben last van overprikkeldheid, maar ik ben juist snel onderprikkeld. Dat is gevaarlijk, want dan ga ik malen en kan ik echt flippen. Ik kan mezelf heel makkelijk gek denken. Vandaag, bijvoorbeeld, moet ik een pen kopen, want ik ontdekte dat ik die niet bij me heb.

Dan gaat het in mijn hoofd heel snel: welke pen moet het zijn, welke penmerken zijn er allemaal, hoe laat ga ik die pen kopen, waar ga ik die pen kopen, en wat als die pen dan op is, wat als de inkt op is, moet ik dan weer een nieuwe pen kopen of zou ik die kunnen bijvullen, dan moet ik dus een bijvulbare pen kopen – nou ja, zo dus. Manisch.

Om dat te voorkomen moet ik mezelf continu bezighouden. Vroeger had ik al angst voor een busrit zonder tijdschrift. Ik lees met muziek op mijn koptelefoon en sliep zelfs met de muziek aan. Ik heb de hele tijd input of output nodig: ik ben altijd aan het lezen of schrijven of praten of luisteren; ik ben nooit rustig, kan moeilijk ontspannen, althans niet door bijvoorbeeld in mijn eentje een avondje op de bank te chillen en televisie te kijken.

Wel door harde muziek te luisteren, te dansen of met vrienden in een druk café te zitten kletsen. Ik hou van intense muziek, van kermisgeluiden en -lichten, van herrie en veel mensen bij elkaar. Muziek maken, creatief bezig zijn, dat helpt me te ontspannen.

En ik sport heel veel: krachttraining, fietsen en wandelen. Ik dans ook veel. Voeding heeft invloed op mijn stemming en concentratie, dus daarom eet ik tegenwoordig beter en gezonder. Daardoor voel ik me fitter en heb ik meer energie om naar festivals te gaan en bandjes te gaan kijken. Ik ga zoveel mogelijk uit.’

Inzicht 3: Je bent niet de baas over je brein

Lucky Fonz III: ‘In 2008 kreeg ik een ernstige depressie. Een paar jaar eerder had als ik stoffig studentje Engels mijn academische carrière verlaten om muzikant te worden, en ik was doorgebroken als artiest. Ik werd bekender, kwam meer op tv. Mensen gingen mij anders benaderen, wat best wel even wennen was.

Mijn leven veranderde drastisch: ik was twee, drie jaar achter elkaar continu op tournee, de hele wereld over, helemaal in mijn eentje. Ik leefde en at ongezond, en had last van fysieke uitputting. Tegelijk had ik een grote innerlijke drang om te presteren en succesvol te zijn, dus ik had veel last van stress.

Mijn identiteit had ik totaal opgehangen aan mijn kwaliteiten als kunstenaar, als zanger, componist en schrijver. Als iets niet lukte, ervoer ik dat niet als een artistiek, maar als een existentieel probleem: ik vond mezelf een waardeloos mens.

Ga voor groei
Word nu abonnee

Ga voor groei

Kies voor Psychologie Magazine en ontvang elke maand verrassende inzichten over gedrag, liefde, werk en mentale gezondheid. Ook ontvang je 15% korting op alle online trainingen in onze Psychologie Academy.

Word nu lid

Het succes waarvan ik altijd had gedroomd bleek niet de oplossing voor mijn slechte zelfbeeld. Ergens had ik het idee dat als ik het eenmaal gemaakt zou hebben als muzikant, dat dan alles in orde zou komen, maar ik voelde me nog steeds slecht over mezelf – zelfs dubbel zo slecht, omdat datgene waar ik al mijn hoop op had gevestigd geen oplossing bood.

Omdat ik wel doorhad dat het niet zo goed met me ging, besloot ik, toen ik een huis in Groningen kon krijgen, een tijdje in Nederland te blijven op een vaste plek. Maar daar raakte ik in een isolement en kreeg ik last van psychotische waanideeën.

Ik dacht bijvoorbeeld dat ik geen ziel meer had en dat ik vervloekt was. Ik belandde in een enorme depressie. Ik was suïcidaal en verlangde elke dag naar de dood. Een poging heb ik trouwens nooit overwogen, omdat ik dat mijzelf en mijn naasten niet wilde aandoen – dat besef had ik gelukkig nog wel.

Hoe ik daar weer uit ben gekomen, weet ik eerlijk gezegd niet meer precies, want mijn cognitieve functies deden het niet goed meer. Die tijd is behoorlijk mistig, ik kan me er weinig van herinneren. Misschien is depressie wel een cognitieve fout, een soort geheugendefect.

Iemand die psychisch gezond is, kan denken: ik voel me down, maar het wordt vast wel weer leuk. Die heeft een herinnering aan alle gezellige momenten. Maar iemand die depressief is, kan zich niet voorstellen hoe het is om níét depressief te zijn, die is incapabel zich iets beters voor te stellen of zich goede momenten te herinneren. Die denkt alleen maar: mijn leven is verschrikkelijk, het is altijd verschrikkelijk geweest en zal ook altijd verschrikkelijk blijven.

Voor psychisch gezonde personen is die situatie niet voor te stellen. Dat komt denk ik door de fictie over wilskracht die we over onszelf vertellen, iets waarin we zijn gaan geloven en wat we ook zien in films en op tv. Er is een moment waarop de held op een dieptepunt zit en op het punt staat om verslagen te worden. Maar dan maakt een diepe kracht of morele power zich van hem meester waardoor hij toch alles overwint.

Wilskracht dus. Maar als je depressief bent, blijkt wilskracht een fictie. Je wílt wel uit bed komen, maar je kúnt het gewoon niet. In het hoofd van mensen die nooit ergens last van hebben gehad, is dat onbestaanbaar.

Het bizarre is: dat geldt nu dus eigenlijk ook voor mijzelf. Hoewel ik depressief ben geweest, kan ik nauwelijks nog terughalen wat ik toen voelde.

Wat ik heb, is in zekere zin chronisch. Ik strijd nog steeds met bepaalde psychische klachten: omdat ik erg stressgevoelig en een hyper-emotioneel persoon ben, gaat mijn gemoed elke dag flink op en neer. Altijd is er wel die angst dat het weer uit de hand zal lopen.

Daarom heb ik nog steeds psychotherapie. Dat helpt. Zo heb ik de afgelopen jaren geleerd dat ik ook af en toe van vrije tijd mag genieten en dat ik me niet schuldig hoef te voelen of mezelf verrot hoef te schelden als ik een boekje ga lezen in plaats van al mijn e-mails door te nemen. Ik mag relaxter zijn voor mezelf.’

Inzicht 4: Kwetsbaarheid mag er zijn

‘Kunst maken is paradoxaal: enerzijds moet je een heilig zelfvertrouwen hebben, tegelijkertijd moet je voortdurend kritisch op jezelf zijn en bereid zijn om streng tegen jezelf te zijn. Ik heb bijna nooit problemen met anderen, maar des te meer met mezelf.

Mijn neiging tot extreem denken uit zich in agressie naar mezelf: ik vind mezelf nooit goed genoeg, ben te kritisch en vind het moeilijk om trots te zijn op wat ik heb gepresteerd. Verlegen of angstig ben ik niet, wel onzeker. Tegelijk is die twijfel dus een noodzakelijke voorwaarde om te creëren en het beste uit jezelf te halen.

Daarom mag het er zijn. Sterker nog, ik vind het belangrijk om die onzekerheid en kwetsbaarheid centraal te stellen in mijn werk. Daarom praat ik ook open over mijn psychische problemen. Dat is het tegenovergestelde van wat gebruikelijk is in onze samenleving.

In die zin ben ik, denk ik, wel moedig, ik ben niet bang om dat te laten zien, als man. Omdat ik vind dat er veel meer ruimte moet zijn om al die dingen tegelijkertijd te zijn: om een leuke guy te zijn én last te hebben van psychische problemen, om cool én nerdy te zijn, stoer én niet stoer tegelijk. Dat wil ik ook uitstralen.

Mede daarom is Bob Dylan mijn favoriete artiest: in zijn werk is de mensheid in al zijn schakeringen aanwezig in plaats van als karikaturen. Natuurlijk zijn er weleens mensen die zeggen: wat ben jij een rare kerel. Binnen de kaders van de mainstream ben ik behoorlijk excentriek. Maar wat is normaal? Er zijn ook mensen die denken: dit is tenminste een écht mens.’

Inzicht 5: Een gezin is geen voorwaarde voor geluk

Lucky Fonz III: ‘Mijn gedachten over het hebben van een gezin zijn nu anders dan vroeger. Ik dacht dat ik op deze leeftijd wel kinderen zou hebben, maar dat dit niet het geval is, ervaar ik niet als een gemis. Ik ben er op dit moment ook niet mee bezig.

Er zijn veel kinderen in mijn wereld: ik ben oom en ken de kinderen van mijn vrienden. Maar of ik zelf nog kinderen zal krijgen… dat is iets tussen mij en mijn vriendin. Als ik een zangeres was, zou elk interview hierover gaan. Dat is gewoon de seksistische wereld waarin wij leven, verschrikkelijk.

Het ouderschap wordt voorgesteld alsof er een bom tikt met een blauw en rood draadje – wel of niet – en eentje daarvan is verkeerd. Alsof er niet honderd manieren zijn om gelukkig te zijn. Ik heb nu ook een vet leuk leven.

Kinderen zijn voor mij geen voorwaarde voor geluk. Maar ik zou wel graag willen samenwonen. Want als ik alleen ben, werk ik toch wel vaak ’s avonds. Ik vind het veel gemakkelijker – en gezelliger – om te ontspannen met iemand erbij.’

Inzicht 6: Ik wil er meer zijn voor anderen

Lucky Fonz III: ‘In mijn werk moet veel gepland worden, soms wel vijf jaar vooruit. Dus ik weet wat ik wil doen in de komende vijf jaar: een tweede roman schrijven, een nieuw album maken, een clubtour en een theatertour doen.

Maar over mijn ontwikkeling als artiest denk ik eigenlijk niet zo na. Niet in de zin van: over tien jaar wil ik de Ziggo Dome vol hebben staan. Nee joh, ik denk vooral na over mijn ontwikkeling als mens. Hoe wil ik de komende tien jaar mijn leven leiden, hoe wil ik me verhouden tot mijn familie en vrienden en met mijn vrije tijd omgaan? Dat zijn de vragen die me bezighouden.

De afgelopen twintig jaar ben ik te veel met mezelf bezig geweest, met mijn carrière en artistieke ideeën. Natuurlijk wil ik artistiek blijven, maar op een gezelligere manier, minder neurotisch en extreem. Want dat is niet eens bevorderlijk voor de kwaliteit van wat ik maak.

Dit jaar ben ik megaproductief geweest: ik heb een theatershow gemaakt en gespeeld, een roman geschreven, op de Parade gestaan. En dan heb ik ook nog tekst geschreven voor de voorstelling Normality no more, een bewerking van Schuberts Winterreise, waarin het gaat over de neurodiverse mens.

Misschien ben ik juist wel zo lekker bezig omdat ik meer vrije tijd heb en weer vaker uitga en leuke dingen doe. Ik ben meer aanwezig in de normale wereld.

Het feit dat ik een fijne relatie heb, maakt alles makkelijker. Er is een basis die warm en veilig is, en dat geeft stabiliteit en veiligheid. Daardoor voel ik me vrijer. Ik hoop meer te kunnen ontspannen, zodat ik ook wat meer van het echte leven en de mensen om me heen mee krijg.

Want dat is mijn intentie: er meer zijn met en voor anderen. Misschien zou ik zelfs wel iets educatiefs willen betekenen, bijvoorbeeld door anderen te begeleiden in het creatieve proces. Het zou mooi zijn als ik op basis van mijn jarenlange ervaring iemand iets te vertellen heb.’

Lucky Fonz III is de artiestennaam van Otto Wichers (1981). Als singer-songwriter maakte hij een aantal Engelstalige albums en vervolgens diverse Nederlandstalige platen – In je nakie (2016), Multimens (2019) en Hemellichamen (2022).

Hij werd bekend met optredens als huismuzikant van het tv-programma De wereld draait door en met nummers als ‘Linde met een e’ en ‘Kwantumwetenschapper’.

Daarnaast publiceerde hij onder meer essays en poëzie in literaire bladen en muziektijdschriften. Afgelopen najaar verscheen zijn debuutroman Van de goden vervuld. Wichers heeft een vriendin en woont in Zaandam.