Inzicht 1: Zichtbaarheid verhulde mijn schaamte

Milouska Meulens: ‘Van kinds af aan voel ik schaamte. Ik herinner me specifieke momenten. Ik was zeven of acht jaar en moest in het huis van mijn oma op Curaçao de keukenvloer boenen. Mijn oom van 18 kwam erbij staan en begon een nummer van Donna Summer te zingen: She works hard for the money.

Bevrijd jezelf van oude pijn
Training

Bevrijd jezelf van oude pijn

  • Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
  • Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
  • Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
Bekijk de training
Nu maar
69,-

Het was vernederend, bevestigde dat het een gunst was dat we daar mochten wonen. Curaçao kent een schaamtecultuur. Mensen werken zich liever in de schulden dan dat ze toegeven dat ze geen passend schooluniform kunnen kopen voor hun kind.

Het gevoel minderwaardig te zijn, minder waard, zit diep en is de keerzijde van trots. Wij waren arm. Het is me met de paplepel ingegoten dat je je hand niet ophoudt en niet laat zien dat je iets tekortkomt.

In Nederland kende ik bovendien de codes niet. In de vijfde klas tekende ik een keer gedachteloos hakenkruizen in mijn schrift. Ik had er een op een schutting gezien en had geen idee wat het was. Groot tumult in de klas, diepe schaamte bij mij. Zo ging het met alles wat ik niet wist, niet kon of wat afweek aan ons, aan mij.

Ik verborg mijn schaamte door stoer, zichtbaar en stralend te zijn. Positief ook, maar ik vergat stil te staan bij hoe het echt met me ging. Dat mechanisme zag ik pas na het verschijnen van mijn eerste kinderboek Elin, in 2021.

Ik was uitgenodigd als gastdocent bij het televisieprogramma Dream School, waarin BN’ers schoolverlaters motiveren hun leven op te pakken. Ik hoorde mezelf vertellen dat schaamte verdwijnt als je haar onthult: door je gevoelens te delen, uit de schaduw te treden, in het licht te gaan staan.

Wijze raad uit Elin die ik, realiseerde ik me pas toen, zelf niet in de praktijk bracht. Hypocriet, vond ik. Toen besloot ik: mijn persoonlijke verhaal, alles waarvan ik bang ben dat het uitkomt, ga ik opschrijven en delen.’

Inzicht 2: Zwijgen is allerminst goud

‘Ik herinner me dat onze moeder op de grond lag. Het mes stak nog in haar been. Het zat vast aan de vloer, mijn broertje en ik hebben het samen losgetrokken. In de gang hoorde ik onze vader zeggen: “Ik heb mijn vrouw gedood.”

Hij had haar dertien keer gestoken. Ik was bijna zes, mijn zusje anderhalf, onze broers daartussenin. Dat was het begin van een jeugd vol onrust en chaos. Binnen Nederland verhuisden we tientallen keren, twee keer gingen we terug naar Curaçao.

Mijn moeders gezondheid was geschaad, tot een beenamputatie aan toe. Daardoor kon ze niet altijd even goed voor ons zorgen. Mijn vader zat kort vast, maar mijn moeder pleitte hem vrij. Ze wilde hem terug, ze hield van hem, ondanks alles. Ik moest noodgedwongen over mijn angst voor hem heen zien te komen.

Hoe heftig dat allemaal ook was, het vertrek van mijn vader op mijn dertiende heeft de meeste impact op me gehad. Hij vloog naar Curaçao om zijn moeder te begraven en kwam niet meer terug. Natuurlijk ging hij bij mijn moeder weg, maar het voelde alsof hij mij verliet.

Ik, die hem opnieuw had vertrouwd. Die tot haar tiende met hem wilde trouwen als ze later groot was. Die leerde vooruit te roeien in plaats van achteruit, zoals hij dat zei. Het heeft geen zin om vast te houden aan het verleden.

Hij begon een nieuw gezin. Dan was ik dus niet slim, niet lief, niet mooi genoeg, dacht ik. Ik was het niet waard om voor te blijven. Dat gevoel heeft me lang beheerst en was de katalysator voor mijn relatieproblemen en de depressie in 2020.

Op mijn 25e heb ik geprobeerd met hem te praten. Waarom? wilde ik weten. Maar dat liep op niets uit. Ouders hoeven geen verantwoording af te leggen aan hun kinderen, vond hij. Ik heb Moederland niet geschreven als verwerking. De monsters onder mijn bed had ik al aangekeken in jarenlange therapie.

Maar ik wilde wel een statement maken, ook naar de familie: ik verzwijg de pijn die me is aangedaan niet meer, ik onthul de schaamte. Mijn verhaal mag er zijn, ik mag er zijn.

Mijn moeder vindt Moederland heel mooi. Ze is geraakt, maar ook opgelucht nu ze vrij kan praten over wat er gebeurd is. Wij smeekten haar een leven lang om het geheim te houden. Het was tenslotte wel onze vader.’

Inzicht 3: Woede geeft kracht

Milouska Meulens: ‘De dood van George Floyd schudde me wakker uit mijn depressie. Ik bekeek de beelden steeds opnieuw. Het trof me dat het zo zichtbaar was. Een hulpeloze grote zwarte man, met de knie van een witte man in zijn nek, lag dood te gaan voor het oog van de wereld en riep om zijn moeder.

Ik moest denken aan mijn vader, ook een grote zwarte man. Die, als je het mij vraagt, ook het slachtoffer is van racisme. Hij ging het ziekenhuis in voor een kleine ingreep, maar kwam er nooit meer uit. Hij overleed op Hemelvaartsdag 2017.

Ga voor groei
Word nu abonnee

Ga voor groei

Kies voor Psychologie Magazine en ontvang elke maand verrassende inzichten over gedrag, liefde, werk en mentale gezondheid. Ook ontvang je 15% korting op alle online trainingen in onze Psychologie Academy.

Word nu lid

Geen arts had het nodig gevonden om te gaan kijken toen hij acute pijn kreeg. Interne bloedingen, zo bleek, ze hadden hem voor de operatie niet van de bloedverdunners gehaald. Hij was 74 jaar, maar nog beresterk en fit. Ik stelde me voor hoe mijn vader misschien ook om zijn moeder had liggen kermen.

Al maanden kon ik alleen maar huilen. Er was weer een huwelijk mislukt, ik had net de diagnose ADHD gekregen, kon niets positiefs meer over mezelf of mijn leven bedenken. Wat vreselijk voor mijn kinderen dat ze mij als moeder hebben, dacht ik.

Met de dood van Floyd was ik op slag dat zelfmedelijden zat. Ik realiseerde me dat er veel grotere dingen gaande waren. Voor het eerst van mijn leven kreeg ik de behoefte daadwerkelijk iets tegen racisme te dóén. Ik was altijd al activistisch, maar nooit daarover.

Ik werkte bij de NOS, vond dat ik verwijzingen naar blackface en “grappen” over mijn kleur moest slikken. Maar na Floyd niet langer. De woede die ik voelde, bracht me op de been. Dit is niet iets waarover ík me hoef te schamen, dacht ik, dit is iets waarvoor de mensheid zich moet schamen.

Dat we zo diep gezonken zijn. Ik heb geen toestemming nodig om me uit te spreken. Ik heb geen toestemming nodig om onderdeel te zijn van de Zwarte gemeenschap, met een hoofdletter. Sindsdien laat ik me zien en horen waar ik kan.’

Inzicht 4: Zelfliefde is de kern

Milouska Meulens: ‘Vanaf het moment dat we als gezin voor het eerst naar Nederland gingen, op mijn 5e, tot aan de depressie op mijn 47e, gebeurde alles maar gewoon. Ik rolde overal in. Ik werd gevraagd voor banen, als presentator bij het Jeugdjournaal, voor bestuurlijke functies en zei “ja”.

Omdat het een mooie stap was. Omdat ik geen nee kon zeggen. Omdat ik dingen wilde aangaan waarvoor ik bang was. Niet omdat ik zelf echt graag wilde. Ik moest, van mezelf. Dat gold ook voor relaties. Mijn gevoelens waren oprecht, maar ze begonnen steeds vanuit het besef dat iemand mij leuk vond. Dan dacht ik: wauw! En hup, ik was verliefd.

Mijn depressie was rauw en diep, maar ik ben er dankbaar voor. Het heeft me opgeleverd dat ik de regie over mijn leven heb genomen. Eén kantelmoment herinner ik me precies. Ik was opgenomen en moest hard huilen nadat ik erachter was gekomen dat ik al heel lang last had van paniekaanvallen, zonder ooit te weten wat er met me gebeurde.

Een medewerker van de kliniek kwam praten. Ik zei dat ik het zo verdrietig vond dat vrienden en partners nooit hadden doorgehad wat er met me aan de hand was. Die begeleider zei: “Je bent slim, grappig en aardig, waarom ga je van de ene relatie naar de andere? Waarom denk je dat je een man nodig hebt?”

Dat was een van de belangrijkste lessen in mijn leven. Dat ik genoeg heb aan mezelf. Dat ik van mezelf kan houden. Toen ben ik voor het eerst sinds mijn eerste verkering een tijdlang zonder partner geweest. En ik koos bewust voor het schrijverschap. Dit autonome bestaan bevalt me enorm. In de afgelopen vier jaar heb ik meer geleefd dan in de 47 jaren ervoor, omdat elke stap die ik nam mijn eigen keuze was.’

Inzicht 5: Iedereen heeft een geschiedenis

‘Op mijn 18e heb ik een abortus gehad. Jaren droomde ik van een jongen die zei: “Ik ben het, mama.” Het liet me niet los: was het egoïstisch dat ik voor mezelf had gekozen? Om mezelf gerust te stellen, verzon ik argumenten waarom ik geen moeder wilde worden: milieuvervuiling, oorlog, genoeg kinderen zonder ouders.

Toen ik later toch probeerde zwanger te raken en het niet lukte, dacht ik: zie je wel, kans verkeken. Tegen de volgende geliefde zei ik dat ik onvruchtbaar was. Tien dagen later was ik zwanger van Yara. Voor Ylias hebben we wel heel bewust gekozen. Mijn Ypsilons, noem ik ze.

Soms heb ik spijt dat ik moeder ben geworden, maar ik kan nooit spijt hebben van deze kinderen. Ze zijn slim, levenswijs en vrolijk. Tegelijkertijd ben ik heel bang voor hoe de wereld gaat worden. Dan denk ik: wat heb ik gedaan? Dat angstige gevoel gaat in eerste instantie over hun toekomst, maar ook over mezelf.

Als moeder ben je veroordeeld tot je levenslang zorgen maken. Weegt al het mooie daar tegenop? Als elfjarig meisje was ik heel bang voor zure regen, atoombommen en kinderlokkers. Nu denk ik: ondanks alle shit in mijn leven, waren dit 51 onmisbare jaren. Ik ben blij om te leven. Yara en Ylias zijn dat ook.

Ik heb de kinderen lang niets verteld over mijn geschiedenis, omdat ik wilde dat ze een eigen relatie konden opbouwen met hun opa en oma, zonder inkleuring vooraf. De moeder van mijn moeder was geen goede moeder voor haar. Dat bracht mij als meisje in een loyaliteitsconflict.

Ik wilde dolgraag een oma, maar het lukte me niet om van haar te houden. Mijn moeders levensloop was bepaald door haar nare jeugd. Verkeerde partners, altijd op de vlucht, op zoek naar liefde. Ik vroeg me lange tijd af hoe het kon dat een moeder, mijn oma, niet van haar eigen kind hield.

Vorig jaar sprak ik de Curaçaose schrijver Roland Colastica. Hij zei: “Jouw oma heeft ook een geschiedenis. Zij heeft ook niet bedacht: dat kind ga ik helemaal kapotmaken.” Ik vond het moeilijk om mijn wrok los te laten, wilde mijn oma de schuld kunnen geven van alles. Maar zijn opmerking hielp.

Laat familiepatronen los – maak je eigen keuzes
Training

Laat familiepatronen los – maak je eigen keuzes

  • Herken én doorbreek je belemmerende familiepatronen
  • Ontdek hoe je je eigen pad kunt bewandelen en voel je vrijer
  • Inspirerende video’s en opdrachten onder begeleiding van een contextueel therapeut
Bekijk de training
Nu maar
69,-

Ik vergeef mijn moeder omdat ik weet wat haar geschiedenis is. Zij vergeeft haar moeder. En mijn dochter, mocht ik haar geschaad hebben, vergeeft mij later hopelijk ook.’

Inzicht 6: Zwart-zijn verdient een hoofdletter

Milouska Meulens: ‘Ik heb geprobeerd te achterhalen wie mijn voorouders zijn, maar het is niet te doen. Zelfs een DNA-test leverde niets op. Op Curaçao zijn de Nederlanders pas vanaf 1839 de herkomst van tot slaaf gemaakten gaan registreren, en toen nog niet eens van iedereen.

Vaders kregen niet te horen wie hun kinderen waren. Gezinnen werden uit elkaar gehaald en doorverkocht. Van moeders werd eeuwenlang alleen de voornaam opgeschreven, de Europese voornaam die ze kregen van de plantage-eigenaar.

Ik kan nooit meer herleiden wat mijn herkomst is, dat geldt voor alle nazaten van tot slaaf gemaakten. Er is veel verloren gegaan van de Afrikaanse cultuur die in essentie onze identiteit vormt. Wat ons bindt, is Zwart zijn.

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de kleur zwart en de Zwarte identiteit. Zwart-zijn heeft anders dan wit-zijn niet alleen met kleur te maken, maar ook met culturele identiteit, met wortels. Daarom verdient Zwart zijn een hoofdletter.

Nederlands schrijf je ook met een hoofdletter, net als Hugenoten. Als je vindt dat slavernij nooit had mogen gebeuren, is dit een kosteloze en moeiteloze manier om iets van waardigheid terug te geven aan mensen die nooit meer kunnen achterhalen waar ze vandaan komen, die verbonden zijn in het Zwart zijn.

In Moederland beschrijf ik hoe er vanuit de Zwarte gemeenschap soms afkeurend werd gereageerd op het feit dat ik een witte man had en kinderen heb met een witte man. “Dat je het kunt op de vijand,” werd me ooit toegebeten door een vrouw op Jamaica.

Dat is geen discriminatie, dat is onbegrip. Pijn. En dat snap ik. In veel landen boeten Zwarte mensen nog steeds voor de slavernij. Bij het afschaffen ervan kregen de plantagehouders een vergoeding per slaafgemaakte, de tot slaaf gemaakten kregen niets, moesten juist huur en pacht gaan betalen aan hun witte overheersers om te kunnen wonen en werken.

Die verhoudingen vind je nog terug in de huidige samenleving. Mijn familie heeft op Curaçao geen grond, geen huizen; witte families hebben bezittingen die in de slavernij verkregen zijn. Het systemisch racisme duurt voort.

Niet de gehele witte mensheid is slecht, maar de gehele witte mensheid profiteert nog wel dagelijks van het systeem dat bedacht is om hen en de hunnen vooruit te helpen.’

Inzicht 7: Soms kan je niet oordelen

Milouska Meulens: ‘Ik heb gesproken op de uitvaart van mijn vader. Ik wilde de sfeer niet verpesten met bitterheden, maar ook niet liegen, dus heb ik mooie dingen gezegd over ons, zijn kinderen. Ook omdat ik de familie wilde tonen: jullie hebben niet naar ons omgekeken, maar we staan nog overeind en het gaat prima met ons.

Door die woorden uit te spreken veranderde er ook iets in mijzelf. Ik realiseerde me dat we deels goed terecht zijn gekomen door onze zachtaardige moeder en deels door hoe we zelf zijn omgegaan met de kaarten die we gedeeld kregen.

Maar deels ook door onze vader. De jaren waarin ik gevormd ben, was hij er wel. Hij was niet alleen de man die dronk en agressief was naar mama. Hij was ook degene die me aanspoorde om mezelf te ontwikkelen. Om mijn best te doen op school. Die me uitlegde dat in de pikorde zwarte vrouwen onderaan komen. Dat zwarte vrouwen ook door zwarte mannen onderdrukt worden.

Ik begreep zijn woorden destijds niet, maar nam ze wel aan door de ernst waarmee hij ze uitsprak. Later dacht ik er nog vaak aan terug. Hoe moeilijk ik het ook vind dat hij is weggegaan zonder achteromkijken, ik vind het knap dat hij voor zichzelf durfde te kiezen.

Ik ben ook twee keer gescheiden omdat ik niet ongelukkig in een relatie wilde blijven, zelfs niet voor de kinderen. Misschien verdient hij dus een iets mildere blik. Je hebt als kind nooit een volledig beeld over wat er speelt en waarom volwassenen dingen doen. Hij kreeg als vader de schuld van ons gebroken gezin. Maar wat hem dreef, zal ik net als mijn herkomst nooit meer kunnen achterhalen.’

Milouska Meulens (24 juni 1973) werd geboren op Curaçao. Op haar vijfde verhuisde ze naar Nederland, al zal ze nog drie keer emigreren. Ze studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht en werd daarna onder meer redacteur bij Zembla.

Daarna was ze 14 jaar presentator van het Jeugdjournaal. In 2006 schitterde ze als de mol in Wie is de Mol? Na haar depressie koos ze voor het schrijverschap. Ze publiceerde drie kinderboeken: Elin (2021), Mondi (2022) en Er was ook eens… (2023). Dit voorjaar verscheen haar debuutroman Moederland, waarin ze haar beladen familiegeschiedenis openbaart.