Onderzoekers maken tegenwoordig vaak onderscheid tussen de bekendere openlijke narcist en de minder bekende verborgen narcist. Wat houdt deze verborgen variant in, en hoe kun je die herkennen?

Training Bescherm jezelf tegen narcisme
Training

Training Bescherm jezelf tegen narcisme

  • Leer omgaan met een narcistische ex, ouder of baas
  • Ontdek de belangrijkste kenmerken van narcisme
  • Inspirerende sessies met video en achtergrondartikelen
Bekijk de training
Nu maar
45,-

Verborgen narcisme in de wetenschap

Narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPD) is een term uit de DSM-5, het diagnostische handboek voor psychische stoornissen. Hierin wordt vooral het beeld van de openlijke narcist beschreven, ook wel aangeduid als de ‘thick-skinned’ of grandioze narcist.

Dit type staat graag in de schijnwerpers, eist voortdurend aandacht op en hecht weinig waarde aan de mening van anderen. Dit is het beeld dat de meeste mensen hebben bij narcisme.

In de psychologie wordt steeds vaker ook een tweede variant onderscheiden: de verborgen narcist, ook wel kwetsbaar narcisme genoemd (‘thin-skinned’).

Eigenschappen volgens de DSM-5

Volgens de DSM-5 moet je denken aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis (verborgen of openlijk) als je 5 of meer eigenschappen in jezelf herkent.

  • Heeft een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid

  • Is gepreoccupeerd met fantasieën over grenzeloos succes, grenzeloze macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde.

  • Gelooft dat hij of zij ‘bijzonder’ en uniek is en alleen kan worden begrepen door of moet omgaan met andere bijzondere mensen of met mensen (of instellingen) met een hoge status.

  • Heeft een excessieve behoefte aan bewondering.

  • Heeft het gevoel bijzondere rechten te hebben

  • Exploiteert anderen

  • Heeft een gebrek aan empathie: is niet bereid de gevoelens en behoeften van anderen te erkennen of zich ermee te identificeren.

  • Is vaak afgunstig op anderen of gelooft dat anderen afgunstig zijn op hem of haar.

  • Toont zich arrogant of hooghartig in houding of gedrag.

Hoe herken je een verborgen narcist?

De verborgen narcist valt minder op, waarschijnlijk omdat dit type zijn narcistische eigenschappen subtieler uit. De Amerikaanse psycholoog Paul Rose heeft onderzoek gedaan naar de overeenkomsten en verschillen tussen verborgen en openlijke narcisten. Zijn conclusie: hoewel beide typen de obsessie met het eigen zelfbeeld delen, uiten verborgen narcisten dit op een andere manier.

Waar openlijke narcisten vaak zelfverzekerd en charismatisch overkomen, presenteren verborgen narcisten zich bescheiden en terughoudend. In plaats van de schijnwerpers op te zoeken, zoeken ze via andere wegen naar de bevestiging en goedkeuring van anderen. Wel hebben ze eenzelfde obsessie met hun eigen zelfbeeld en verborgen narcisten geloven diep van binnen dat ze meer waard zijn dan anderen.

4 kenmerken van verborgen narcisme

Verborgen narcisten hebben unieke kenmerken en psychologische eigenschappen die hen onderscheiden van de openlijke narcisten. Veel van deze kenmerken zijn geworteld in fragiliteit en onzekerheid:

1. Overgevoeligheid voor kritiek

Verborgen narcisten zijn volgens Paul Rose sterk afhankelijk van de mening van anderen. Zelfs goedbedoelde opmerkingen kunnen worden opgevat als persoonlijke aanvallen, met sterke emotionele reacties tot gevolg.

2. Perfectionistisch en eenzaam

Verborgen narcisten worden gekenmerkt door een extreme gevoeligheid voor de mening van anderen en een diepgewortelde angst voor afwijzing. Ze vermijden situaties waarin ze beoordeeld kunnen worden en durven geen erkenning of complimenten op te eisen. Tegelijkertijd zien ze zichzelf als superieur en meer gerechtigd dan anderen.

Volgens Martin Appelo, gedragstherapeut, vindt dit vaak zijn oorsprong in een jeugd waarin veiligheid en geborgenheid ontbraken. ‘Het idee van niets waard te zijn en er alleen voor te staan, hebben ze omgezet in overtuigingen als “ik heb niemand nodig” en “alles wat ik doe, moet perfect zijn, zodat niemand mij kan afwijzen.”’

Kwetsbare narcisten zijn vaak perfectionistische solisten met een enorme prestatiedrang. Ze werken keihard en leggen de lat hoog voor zichzelf. Dit maakt hen zowel gedreven als eenzaam.

3. Passief-agressief gedrag en gaslighting

Volgens Amerikaanse onderzoekers Elisa Reiter en Daniel Pollack kiezen verborgen narcisten er niet vaak voor om direct de confrontatie aan te gaan, maar vertonen ze subtieler passief-agressief gedrag, zoals de ‘silent-treatment’ of sarcastische opmerkingen.

Wanneer een verborgen narcist aangesproken wordt op dit gedrag, kan deze in de verdediging schieten door te gaslighten. Met opmerkingen als ‘het was een grapje’ of ‘je bent te gevoelig’, vermijden ze verantwoordelijkheid zonder sorry te zeggen.

4. Vaak ongelukkiger

Omdat ze voortdurend beïnvloed worden door de mening en goedkeuring van anderen, ervaren ze vaak gevoelens van ontevredenheid en minderwaardigheid. Nederlandse onderzoekers Hans Ettema en Hessel Zondag tonen in hun onderzoek aan dat verborgen narcisme vaker leidt tot problemen zoals emotionele uitputting, onrust en vervreemding van zichzelf. Daardoor zijn ze vaak ongelukkiger dan openlijke narcisten.

Waarom zoeken verborgen narcisten vaker hulp?

Narcisten zoeken over het algemeen weinig professionele hulp. Immers, waarom zou je therapie nodig hebben als je overtuigd bent van je eigen superioriteit? Bij verborgen narcisten ligt dit anders.

Zij melden zich vaker voor psychologische hulp vanwege hun hypersensitiviteit voor afwijzing en gevoelens van minderwaardigheid. Ze zoeken echter meestal geen hulp voor hun narcisme, maar vanwege depressieve klachten of een chronisch gevoel van leegte.

Volgens psychoanalyticus Frans Schalkwijk blijft behandeling lastig. Gevoelens van leegheid of depressie kunnen een reden zijn om met therapie te beginnen, maar de verborgen grootsheidsfantasieën van deze patiënten zijn vaak moeilijk te bereiken met psychotherapie. Bovendien is narcisme vaak diep verweven met iemands identiteit, waardoor therapeutische veranderingen moeilijk door te voeren zijn.

Therapie richt zich daarom meestal vooral op het vinden van een gezondere omgang met kwetsbaarheden.

Omgaan met verborgen narcisme

1. Vermijd directe kritiek

Verborgen narcisten zijn hypergevoelig voor kritiek. Bespreek afwijkende meningen met tact en indirectheid, bijvoorbeeld door vragen te stellen in plaats van directe feedback te geven. Narcisten geloven in principe niet dat het aan hen kan liggen. Door openlijk kritiek te leveren lok je sterk emotionele reacties uit.

2. Werk met de kenmerken mee

Wil je geen directe kritiek leveren, maar wel graag feedback overbrengen? Werk dan mee met de kenmerken die bij verborgen narcisem horen. Kies er bijvoorbeeld voor om het zelfbeeld van een narcist in stand te houden, terwijl je je feedback geeft. ‘Zeg: “Gewéldig plan, als je nou dít toevoegt wordt het nóg beter,”’ adviseert psychiater en psychoanalyticus Ton van Strien.

3. Blijf bij jezelf

Verborgen narcisten ondermijnen je zelfbeeld vaak op subtiele manieren, bijvoorbeeld door jou onzeker te laten voelen. Of zoeken constant bevestiging van hun eigen zelfbeeld bij jou en worden emotioneel als ze het niet krijgen. Merk je dit? Vertrouw op je gevoel en bespreek het voorzichtig met anderen die de persoon ook kennen. Dit helpt om perspectief te krijgen en te voorkomen dat je aan jezelf gaat twijfelen.

4. Aanvaard hun beperkingen

Probeer niet te veranderen wat een verborgen narcist drijft. Acceptatie is de beste manier om je te wapenen tegen narcisme weet psychoanalyticus en coach Lili Sanders. Hun onzekerheid en behoefte aan bevestiging blijven een gegeven. Stel dus je verwachtingen bij, zo bescherm je jezelf tegen teleurstelling.

Bronnen: Ettema, J. H. M., & Zondag, H. J., De Nederlandse Narcisme Schaal (NNS): Psychodiagnostisch gereedschap. Psycholoog, 37(5), 250–255, 2002 / Reiter, E., & Pollack, D., A divorce pitfall: Covert or overt narcissists hiding in plain sight. Attorney at Law Magazine, 22 december 2022 / Rose, P., The happy and unhappy faces of narcissism: Expanding research on trait narcissism. Journal of Research in Personality, 36(1), 100–121, 2002.