‘Ineens’ was het er, eind vorige eeuw: EMDR-therapie. En al deden wetenschappers er wat lacherig over, in de praktijk constateerden therapeuten al snel dat mensen die worstelden met een post-traumatische stressstoornis (PTSS) vaak opknapten van een EMDR-behandeling.
Expert over traumaverwerking bij kinderen: ‘EMDR lijkt nog sneller te werken’
Hoe help je een kind dat na een heftige gebeurtenis schrikachtig of depressief blijft? Carlijn de Ro...
Daarin moest je de ervaring waarvan je last had levendig voor de geest halen, terwijl je de vlak voor je gezicht heen en weer bewegende vinger van de behandelaar volgde.
Door deze oogbewegingen, zo was het idee, werden de storende herinnering ‘gedesensitiseerd’ en kon je geheugen haar ‘reprocessen’ tot iets wat weliswaar vervelend was, maar niet meer zo ontregelend. De opgehaalde beelden waren als het ware van hun emotionele lading ontdaan en ‘schoon’ teruggeplaatst in het geheugen.
Inmiddels wordt er zelden meer lacherig gedaan over Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Ook sceptische wetenschappers erkennen dat de methode werkt.
Wat daarbij wel hielp, is dat een van die sceptici – de Utrechtse hoogleraar Marcel van den Hout – in 2011 een plausibele verklaring aandroeg voor die werkzaamheid: overbelasting van het werkgeheugen. Ons brein lijkt het lastig te vinden op te gaan in de herinnering aan een traumatiserend moment als het zich tegelijkertijd moet concentreren op een voorbijzwiepende vinger.
Zo heeft EMDR-therapie een stevige positie verworven in de reguliere behandelpraktijk in Nederland. Anders dan in enkele ons omringende landen staat het hier zelfs al twee decennia op de lijst van voorkeursbehandelingen bij PTSS.
En dat is voor een flink deel te danken aan psycholoog Ad de Jongh. In 1992 ging hij als eerste Nederlander naar de VS om de techniek te leren van ‘ontdekker’ Francine Shapiro. Sindsdien behandelde hij niet alleen ontelbare mensen met PTSS, maar leidde hij ook talloze therapeuten in binnen- en buitenland op tot EMDR-behandelaar.
Als hoogleraar angst‐ en gedragsstoornissen in Amsterdam was De Jongh bovendien betrokken bij een hele rij onderzoeken naar EMDR-therapie.
In april dit jaar ging hij met emeritaat. Een mooie aanleiding om de huidige stand van zaken te bespreken. Wat zijn volgens hem de belangrijkste inzichten op EMDR-gebied?
1. EMDR kan ook worden ingezet bij ernstig beschadigde mensen.
Wat Ad de Jongh betreft is dit dé doorbraak van de afgelopen jaren. Tot voor kort gold dat je bij mensen met complexe PTSS maar beter niet over traumatische ervaringen kon beginnen.
Zeker als hun klachten teruggingen op misbruik en mishandeling in hun jeugd, zouden ze daarvoor niet stabiel genoeg zijn. Maar De Jongh en zijn collega’s van psychotrauma-expertisecentrum Psytrec in Bilthoven hebben in hun praktijk vastgesteld dat traumabehandeling bij deze mensen wel degelijk mogelijk én zinnig is. Zelfs als ze naast PTSS een ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis hebben.
‘Lang werd gedacht: o, dat komt nooit meer goed,’ zegt De Jongh over die laatste groep. ‘Maar je wordt niet met borderline geboren; nee, je hebt verwaarlozing meegemaakt of klappen gekregen, je bent vernederd of gepest.
En als je al die trauma’s een voor een behandelt, verdwijnen ook de klachten en symptomen die kenmerkend zijn voor deze stoornis. We geven bij Psytrec een heel intensieve therapie van vier dagen achtereen, waarbij we naast EMDR ook exposuretherapie inzetten.
De patiënten gaan van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat door hun traumatische herinneringen heen. Inmiddels hebben we al ruim 12.000 mensen behandeld en daarbij heeft zich tot nu toe niets voorgedaan wat erop duidt dat een dergelijke aanpak niet veilig is. Een ongelooflijke doorbraak.’
2. De ‘gereedschapskist’ wordt steeds voller.
Behalve de ‘klassieke’ EMDR-therapie, waarbij patiënten de voorbijzwiepende vinger van de therapeut moeten volgen, gebruikt De Jongh nog een aantal andere, verwante technieken om nare herinneringen te neutraliseren.
‘Ik zie mezelf als een soort timmerman,’ zegt hij. ‘Voor het ene probleem heb ik een tangetje, voor het andere een zaag. Hoe meer gereedschappen je hebt, hoe beter je als therapeut je klus kunt klaren en mensen kunt helpen.’
PTSS test: Heb je een posttraumatische stress-stoornis?
Om te beginnen is er EMDR 2.0, de EMDR-versie die in Nederland inmiddels steeds vaker wordt ingezet. Hierbij wordt het werkgeheugen tijdens het ophalen van herinneringen nog intensiever belast.
Bijvoorbeeld met taalspelletjes, rekenopdrachten, ritmetaakjes of zelfs afleidende geuren. ‘We zijn veel creatiever geworden,’ zegt De Jongh. Al die toevoegingen maken EMDR 2.0 niet per se beter, maar het werkt wel sneller.
En ondertussen is het net zo veilig. Dat is het rijtje dat ze altijd langsgaan voor ze een element aan het behandelaanbod toevoegen, zegt De Jongh: ‘Of het veilig is, of het effectief is, en of het efficiënt is.’
Daarnaast is er Flash. Deze techniek werd in 2017 gelanceerd door EMDR-therapeut Philip Mansfield, die merkte dat sommige mensen totaal blokkeerden zodra ze intensief moesten terugdenken aan de ervaringen die hun klachten hadden veroorzaakt.
Hij besloot ze slechts een paar keer heel kort – in een flash – aan die ervaringen te laten terugdenken en ze de rest van de sessie juist onder te dompelen in een fijne herinnering. De Jongh ziet in zijn praktijk dat dat soms ‘wondertjes’ oplevert.
‘Ik laat mensen dan bijvoorbeeld eerst terugdenken aan dat schooloptreden waarbij de hele zaal enthousiast reageerde, aan hoe ze zich voelden bij al die positieve aandacht. Als ik dan een glimlach op hun gezicht zie, zeg ik: “Knipper nu eens vijf keer met je ogen,” en vraag ik ze heel kort aan die nare herinnering terug te denken. Dan zeggen ze bijna altijd: vreemd, dat beeld raakt langzaam vervaagd.’
Op deze manier, zegt De Jongh, merken mensen dat ze naar zo’n herinnering terug kunnen zonder dat ze worden overspoeld of gaan dissociëren. ‘Eventueel kun je zo’n herinnering verder neutraliseren met EMDR-therapie.’
Nog een groot voordeel van Flash: therapeuten kunnen de techniek binnen een halve dag leren. Maar voordat het grootschalig kan worden ingezet, moet de werkzaamheid nog wel worden bevestigd in een grootschalige randomised controlled trial (RCT).
Zo’n trial is al wel gedaan met Visual Schema Displacement Therapy (VSDT). Deze nieuwe methode laat mensen eveneens focussen op een positieve herinnering, in dit geval een herinnering die als het ware tegenovergesteld is aan die waarvan ze last hebben.
Vervolgens moeten ze op een imaginaire cirkel, die de therapeut voor hun ogen trekt, aangeven waar deze fijne herinnering zit en waar de nare herinnering die geneutraliseerd moet worden. Dan beweegt de therapeut snel over die cirkel van het ‘traumapunt’ naar het ‘plezierpunt’, roept ‘woosh’ en laat de cliënt de ogen dichtknijpen en twee keer diep ademen.
‘Ja, dat klinkt wonderlijk,’ beaamt De Jongh. ‘Maar het wérkt. Helaas geldt net als bij EMDR-therapie dat je het niet zomaar even leert.’
3. Niet iedereen kan EMDR toepassen.
Een belangrijk punt voor De Jongh: bij EMDR, en ook bij VSDT, komt veel meer kijken dan alleen wat vingergezwaai. Essentieel om deze technieken te laten werken is de ‘casusconceptualisatie’.
Oftewel: hoe distilleert de therapeut uit de klachten waarmee iemand zich presenteert precies die herinnering die gedesensitiseerd moet worden? ‘Om dat te kunnen uitvragen heb je een goede opleiding én de juiste ervaring nodig. Iemand die een cursus van een paar dagen heeft gevolgd, kan dat niet.’
Een ander punt van zorg voor De Jongh: weten al die coaches die tegenwoordig aan het EMDR’en slaan bij klanten met bijvoorbeeld een burn-out, fobie of vage angstklachten, wel wat ze moeten doen als daar onvermoed heftige herinneringen bij bovenkomen – ‘die oogbewegingen brengen een heel proces op gang’?
Denk aan rijangst. Dat lijkt misschien een simpele klacht waarbij de coach ‘alleen maar even’ de griezelige fantasieën die mensen soms hebben, hoeft te laten vervagen – want ja, ook zelfverzonnen doemscenario’s blijken vatbaar voor EMDR.
Bevrijd jezelf van oude pijn
- Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
- Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
- Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
69,-
Maar soms blijkt er toch een serieus trauma schuil te gaan achter zo’n klacht, zegt De Jongh. ‘Een verkrachting kan bijvoorbeeld leiden tot de angst om door een ongeval opgesloten te komen zitten in een auto.
Als een rijangstcoach met EMDR zo’n verhaal oprakelt en dan, geschrokken door de heftigheid van de reactie van de cliënt, zegt: “Sorry, ik kan je niet helpen,” is diegene nog verder van huis.’
Daarom luidt De Jonghs advies: ga voor EMDR áltijd naar een GZ-psycholoog met een gecertificeerde opleiding in EMDR-therapie. Die weet hoe je in zo’n geval verder kunt behandelen en de sessie positief kunt afsluiten.
En de ‘zelfdoe-EMDR-apps’ die je tegenwoordig voor een paar euro van internet plukt? Tja, zegt De Jongh, ‘dat is toch alsof je mensen met kiespijn een tandartsboor verkoopt. Op zich is boren niet zo moeilijk, maar komt die pijn wel van een gaatje? En boort de doe-het-zelver straks niet in een zenuw?’
4. Waardoor EMDR werkt is nog altijd niet duidelijk.
Er doen nog steeds meerdere verklaringen de ronde voor de werkzaamheid van EMDR. Overbelasting van het werkgeheugen geldt wel als de meest plausibele. Die theorie verklaart meteen waardoor EMDR 2.0 nóg sneller effect heeft; het werkgeheugen wordt daar immers nog zwaarder belast.
Waardoor Flash en VSDT werken, is tot nu toe onbekend. Maar De Jongh kan zich voorstellen dat het oogknipperen dat bij beide methodes hoort een rol speelt. ‘Dat is namelijk ook een taak die het werkgeheugen belast.
Verder zijn er studies die suggereren dat het brein door oogknipperen als het ware wordt gereset.’ Tot slot zou het kunnen dat knipperen effect heeft op de amygdala, het ‘angstcentrum’ in het brein: ‘Van de oogbewegingen die bij EMDR horen, weten we al dat ze de activiteit in de amygdala verminderen.’
Veel onzekerheden dus, maar misschien zal een recent gestart onderzoek met EMDR en Flash ook op dit punt meer duidelijkheid scheppen.
5. Niet de therapeut maar de methode doet ertoe.
Zolang je te maken hebt met een goed opgeleide, ervaren therapeut, maakt het voor het effect van EMDR-therapie niet uit of je hem of haar al lang kent. ‘Bij Psytrec werken we zelfs met therapeut-rotatie,’ vertelt De Jongh.
‘De patiënten krijgen tijdens de intensieve traumabehandeling soms wel met zestien therapeuten te maken. Daardoor weten we dat de “therapeutische relatie” al in één sessie kan ontstaan, als je het vertrouwen van de patiënt weet te wekken door gewoon goede therapie te geven.
Op efficiency lijkt een behandeling met therapeutenrotatie zelfs iets beter te scoren, doordat er minder tijd gaat zitten in hoe-ging-het-afgelopen-week-gebabbel.’
Soms voelen patiënten zich door deze aanpak wel tot een nummer gereduceerd, weet hij. Maar de kwaliteitswinst geeft wat hem betreft toch de doorslag. ‘Vergelijk het met de “prostaatstraten” die afgelopen jaren her en der in Nederland zijn opgericht.
Doordat daar alleen prostaatoperaties worden gedaan, krijgen patiënten er uitsluitend met heel ervaren behandelaars te maken die precies weten wat ze doen. Dat werkt goed, ook doordat er worden minder fouten worden gemaakt.’
Bronnen o.a.: A. de Jongh e.a., Behandeling van persoonlijkheidsstoornissen met EMDR-therapie, EMDR Magazine, 2023 / S. Matthijssen, A. de Jongh e.a., The effect of EMDR versus EMDR 2.0 on emotionality and vividness of aversive memories in a non-clinical sample, European Journal of Psychotraumatology, 2021 / A. de Jongh e.a., The effects of the flash technique compared to those of an abbreviated eye movement desensitization and reprocessing therapy (…), Frontiers in Psychology, 2021 / S. Matthijssen, A. de Jongh e.a., Visual Schema Displacement Therapy versus Eye Movement Desensitization and Reprocessing therapy versus waitlist in the treatment of post-traumatic stress disorder (…), Frontiers in Psychiatry, 2024 / A. de Jongh e.a., State of the science. Eye movement desensitization and reprocessing (EMDR) therapy, Journal of Traumatic Stress, 2024.